Doel van het onderzoek
Een blaasdrukmeting wordt vaak verricht indien u klachten heeft van het ophouden en/of lozen van de urine en bij ongewenst urineverlies (incontinentie). Ook wanneer u incombinatie met plasproblemen nog andere aandoeningen heeft, bijvoorbeeld van het zenuwstelsel, of wanneer niet duidelijk is waardoor uw klachten veroorzaakt worden, kan door middel van een blaasdrukmeting nader inzicht verkregen kunnen worden in deoorzaak van uw klacht(en). Daarna zal dan een gericht behandelingsadvies gegeven kunnen worden. Er wordt tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van röntgenopnamen. Indien u zwanger bent, kunt u dit aangeven. Het maken van röntgenopnamen geeft informatie over het functioneren van de blaas tijdens de vulling en tijdens het plassen. Op die manier kanbijvoorbeeld een blaasverzakking worden aangetoond.
Het onderzoek wordt gedaan in het Sophia Kinderziekenhuis. 1e etage, ingang D. U kunt zich melden bij de balie. U wordt vervolgens opgehaald. Voorafgaand aan het onderzoek wordt u gevraagd om te plassen op een speciaal toilet. De urine wordt opgevangen en nagekeken op mogelijke verontreiniging.
Mocht u een urineweginfectie hebben, kan het onderzoek mogelijk geen doorgang vinden. Als u zelf katheteriseert, dan verzoeken wij u om uw eigen materialen mee te nemen. De ruimte is toegankelijk voor rolstoelen en er is een aparte omkleedruimte aanwezig.Het is wellicht voor u prettig om een lang shirt aan te doen, aangezien u tijdens het onderzoek de onderkleding uit moet doen. De aanwezige verpleegkundige/doktersassistent zal u, indien nodig, behulpzaam zijn bij het helpen met het uitkleden. Indien u in eenrolstoel komt, dan is een tillift aanwezig.
Na het plassen op het toilet, wordt er door de verpleegkundige een klein en dun slangetje bij u via de penis of schede in de plasbuis gebracht. Dit kan een onaangenaam gevoel zijn. Het slangetje wordt met een pleister vastgemaakt. Vervolgens mag u op de linkerzijde draaien en krijgt u via de anus een dun slangetje ingebracht en ook deze wordt vastgeplakt. Tot slot krijgt u 2 elektrodeplakkers op de bekkenbodem en 1 elektrode op het been. Het inbrengen van de slangetjes wordt niet als pijnlijk ervaren maar kan onaangenaam zijn.
Als u door ziekte of een andere reden niet op uw afspraak kunt komen, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Urologie, telefoon (010) 704 02 51.
Voorbereiding
Bij gebruik van stomamateriaal gelieve een extra stomazak mee te nemen. Meestal moet de stomazak na het onderzoek verwisseld worden.Dag van het onderzoek
Het onderzoek wordt gedaan in het Sophia Kinderziekenhuis. 1e etage, ingang D. U kunt zich melden bij de balie. U wordt vervolgens opgehaald. Voorafgaand aan het onderzoek wordt u gevraagd om te plassen op een speciaal toilet. De urine wordt opgevangen en nagekeken op mogelijke verontreiniging.
Mocht u een urineweginfectie hebben, kan het onderzoek mogelijk geen doorgang vinden. Als u zelf katheteriseert, dan verzoeken wij u om uw eigen materialen mee te nemen. De ruimte is toegankelijk voor rolstoelen en er is een aparte omkleedruimte aanwezig.Het is wellicht voor u prettig om een lang shirt aan te doen, aangezien u tijdens het onderzoek de onderkleding uit moet doen. De aanwezige verpleegkundige/doktersassistent zal u, indien nodig, behulpzaam zijn bij het helpen met het uitkleden. Indien u in eenrolstoel komt, dan is een tillift aanwezig.
Na het plassen op het toilet, wordt er door de verpleegkundige een klein en dun slangetje bij u via de penis of schede in de plasbuis gebracht. Dit kan een onaangenaam gevoel zijn. Het slangetje wordt met een pleister vastgemaakt. Vervolgens mag u op de linkerzijde draaien en krijgt u via de anus een dun slangetje ingebracht en ook deze wordt vastgeplakt. Tot slot krijgt u 2 elektrodeplakkers op de bekkenbodem en 1 elektrode op het been. Het inbrengen van de slangetjes wordt niet als pijnlijk ervaren maar kan onaangenaam zijn.
Het onderzoek
Na het inbrengen en bevestigen van de slangetjes, wordt u verzocht om te gaan staan (of zitten) bij de meetapparatuur. Mocht u niet in staat zijn om voor een langere tijd te staan of helemaal niet kunnen staan, kunt u gaan zitten. De ingebrachte slangetjes worden bevestigd aan de vul en meetapparatuur. Na enkele testen waarbij de apparatuur wordt afgesteld, start het onderzoek. U krijgt via de blaas een vulvloeistof toegediend. Deze is verwarmd tot ongeveer 37 °ø C. Na enige tijd kunt u wat gaan voelen in de blaas. U moet dit aangeven. Na verloop van tijd wordt de aandrang om te plassen steeds groter. Ook dit moet u aangeven. Als u aangeeft dat u nu echt moet gaan plassen, geeft u dit aan en u mag na toestemming gaan plassen. Gedurende het onderzoek worden alle drukken en eventueel urineverliesgemeten. Er zal ook aan u gevraagd worden om op bepaalde momenten even te hoesten. Dit is om tijdens een drukmoment urineverlies te meten. Tot slot worden er tijdens hetonderzoek op diverse momenten röntgenopnames gemaakt.Nazorg
Als het onderzoek klaar is, worden alle slangetjes en elektrodes verwijderd en kunt u zich opfrissen/wassen. In sommige situaties krijgt u de uitslag direct mee. Zo niet, dan krijgt u deuitslag via de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Na het onderzoek kunt u vrijwel direct naar huis. Gebruik van eigen au to of openbaar vervoer is geen probleem.Bijwerkingen
U kunt na het onderzoek soms een wat branderig gevoel hebben in de urinewegen/blaas. Bij sommige pati ënten kunnen bovengenoemde klachten enkele dagen aanwezig blijven. Dit is niet verontrustend. In enkele gevallen treedt bloedverlies op via de plasbuis. Wanneer u na het onderzoek langdurig klachten houdt, veel pijn krijgt of koorts ontwikkelt, of indien u aanmerkelijk moeilijker kunt plassen, neemt u dan contact op met uw behandelend arts.Ziekte of verhindering
Als u door ziekte of een andere reden niet op uw afspraak kunt komen, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Urologie, telefoon (010) 704 02 51.