Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Vena portae embolisatie

Dichtmaken van de poortader

Bij een embolisatie maken we een bloedvat dicht. Bij deze behandeling maken we de poortader (vena portae) of aftakkingen daarvan dicht. De poortader is het bloedvat dat het bloed vanuit de darmen, maag, milt en alvleesklier naar de lever vervoert. Ongeveer 70% van het bloed dat de lever ontvangt komt van de poortader. We maken het bloedvat dicht om u voor te bereiden op een operatie waarbij een deel van de lever wordt weggehaald. Dit doen we om de rest van de lever te laten groeien, zodat u na de operatie genoeg gezond leverweefsel overhoudt.

Download PDF

Voorbereiding

Nuchter zijn
Op de dag van het onderzoek moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u na twaalf uur middernacht niets meer mag eten of drinken.

Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.

Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.

Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?

Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (bijvoorbeeld Marcoumar of Sintrom), kan het zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen. Vertel het uw arts als u deze middelen gebruikt.

Kleding
Het onderzoek of de behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom moet u in schone (gewassen) kleding naar de onderzoekskamer komen. Ook is het handig als de kleding comfortabel en niet te strak zit. Soms krijgt u op de afdeling een operatiehemd aan van de verpleegkundigen.

Opname
Uw behandelend arts heeft u verteld dat u voor deze behandeling wordt opgenomen. Meestal duurt de opname twee dagen. Op de verpleegafdeling leggen we een infuus aan en nemen we uw bloed af om uw stollingswaarden en nierfunctie te bepalen en te controleren.

Tijdstip van het onderzoek of de behandeling
De duur van het onderzoek of behandeling wisselt erg. We kunnen daarom niet aangeven hoe lang het onderzoek of de behandeling gaat duren of wanneer u klaar zal zijn. Ook krijgen we vaak aanmeldingen voor spoedprocedures. Het kan daarom voorkomen dat uw afspraak wordt uitgesteld. Meestal stellen we uw behandeling uit naar een later tijdstip op dezelfde dag, maar in zeldzame gevallen moeten we uw onderzoek of behandeling uitstellen naar een andere dag. Als dit het geval is, geven we u hier zo snel mogelijk meer informatie over.

Toilet
Ga voor de behandeling nog even naar het toilet op de verpleegafdeling.

Over de behandeling

Wat we gaan doen

Bij deze behandeling maken we de poortader of aftakkingen daarvan dicht. De poortader is een bloedvat in de lever.

Wat is het doel?

We maken de poortader of aftakkingen ervan dicht als voorbereiding op een operatie om een deel van de lever te verwijderen. Dit doen we om de rest van de lever te laten groeien, zodat u na de operatie genoeg gezond leverweefsel overhoudt.

Verloop van de behandeling

Omdat de behandeling soms pijnlijk is, krijgt u een roesje. Soms kan het zijn dat u ons nog hoort. Schrik daar niet van. U ervaart geen pijn. Om u tijdens het roesje zo goed mogelijk in de gaten te houden, wordt u aangesloten op een bloeddrukmeter en saturatiemeter (om de polsslag te meten). De laborant maakt de rechter kant van uw buik schoon met alcohol. Daarna dekt hij of zij u toe met steriele doeken. Dit is om infectie te voorkomen.

De radioloog geeft u eerst een prik voor de plaatselijke verdoving. Door het roesje voelt u hier waarschijnlijk weinig tot niets van. Om de behandeling te kunnen uitvoeren, prikt de radioloog een bloedvat in de lever aan. Daarna brengt hij of zij een dun buisje in. Dit buisje blijft tijdens de behandeling zitten en geeft toegang tot het bloedvat. Door het buisje wordt vervolgens een dunne katheter (slangetje) opgeschoven.

Foto's maken
Om te bepalen of de locatie van de katheter goed is, maken we foto’s waarbij contrastvloeistof wordt ingespoten. U kunt het door de contrastvloeistof even warm krijgen door heel uw lichaam of een vieze smaak in uw mond krijgen. Dit trekt direct weer weg. Het is belangrijk voor het slagen van het onderzoek dat u heel stil blijft liggen. Soms is het nodig dat u uw adem inhoudt. De laborant legt dit aan u uit. Na het maken van de foto’s worden deze direct bekeken op de monitor.

Dichtmaken van het bloedvat
Met de foto's bepalen we welke bloedvaten we moeten dichtmaken. Soms moet de radioloog lang zoeken naar het juiste bloedvat. In een enkel geval gaat het dichtmaken van het bloedvat gepaard met pijn. Daarom krijgt u een roesje. Tijdens de behandeling besluiten we met de röntgenfoto's of er nog meer bloedvaten moeten worden dichtgemaakt.

Na afloop
Als de behandeling klaar is, halen we het buisje stukje bij stukje weer uit uw bloedvat. Daarna plakken we een pleister op de prikplaats.

De uitslag
De radioloog kan u de uitslag meestal niet gelijk geven. Later op de dag bestuderen we de foto's en vergelijken we ze met eventuele vorige onderzoeken. De radioloog maakt vervolgens een verslag voor uw behandelend arts. Hij of zij bespreekt de uitslag met u.

Duur van de behandeling
De duur van de behandeling wisselt erg. We kunnen daarom niet precies aangeven wanneer u klaar zal zijn.

Na de behandeling

Nazorg en controles

Na de behandeling wordt u weer teruggebracht naar de verpleegafdeling. Om de kans op nabloedingen zo klein mogelijk te houden, moet u 3 uur bedrust houden als u weer op uw kamer bent. De verpleging controleert de prikplaats, uw bloeddruk en polsslag. Rondom de prikplaats kunnen blauwe plekken ontstaan. Dit zijn bloeduitstortingen, ze trekken vanzelf weer weg.

Eten en drinken
U mag na het onderzoek, in overleg met uw afdelingsarts, weer gewoon eten en drinken. Het is belangrijk dat u 48 uur na de contrasttoediening veel drinkt, om de contrastvloeistof zo snel mogelijk uit te plassen.

Naar huis

Als u alleen bent opgenomen voor de behandeling, mag u meestal de volgende dag weer naar huis. Een afspraak voor uw eerstvolgende (bel)afspraak krijgt u thuisgestuurd.

Leefregels
Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur rustig aan doet. Geen zware dingen tillen, niet sporten en niet te veel traplopen.

Bijwerkingen en complicaties

Onderzoeken waarbij we katheters in bloedvaten brengen, verlopen meestal zonder problemen. Een enkele keer treden er bijwerkingen op, zoals een infectie of bloeduitstorting op de plaats waar het tijdelijke buisje werd ingebracht.

Door het afsluiten van een bloedvat kan er tijdelijk ook een zogenaamd post-embolisatie syndroom optreden (braken, misselijkheid, pijn, koorts of in zeldzame gevallen een lever abces of leverfalen).

Complicaties

Een behandeling brengt altijd risico's op complicaties met zich mee. Maar het team wat de behandeling uitvoert is gespecialiseerd in het voorkomen van complicaties. De volgende complicaties kunnen optreden:

  • Portatrombose, minder dan 1%
  • Bloeding, minder dan 1%
  • Infectie (sepsis of abces), minder dan 1%

Wanneer contact opnemen?

Krijgt u thuis toch last van een complicatie of bijwerking? Belt u dan naar de polikliniek radiologie. Vraag dan vervolgens of u doorverbonden kunt worden met de physician assistent van de interventie radiologie. Bij spoed buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC. Vraag dan of u doorverbonden kunt worden met de dienstdoende assistent van de radiologie.

Contact

  • Polikliniek radiologie (van 08.00 - 16.30 uur): (010) 704 20 06.
  • Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 0 704