Uroflowmetrie

Het is belangrijk dat uw kind met een volle blaas naar het ziekenhuis komt.

Wat vertelt u uw kind?
Vertel uw kind zo goed mogelijk wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert. Uw kind kan zich zo voorbereiden op wat hem te wachten staat. U kunt uw kind vertellen dat hij:

• Voor een onderzoek naar het ziekenhuis moet, maar dat u er de hele tijd bij mag blijven.
• Een tijdje zijn plas moet ophouden.
• Op een speciale wc een plas moet doen, als de verpleegkundige dat zegt.
• Als de plas is gedaan, er nog een echo van zijn buik wordt gemaakt.
• Het allemaal absoluut geen pijn doet.

Wat is het?
Tijdens het onderzoek plast uw kind op een roterend schijfje. Om het schijfje met dezelfde snelheid draaiend te houden, is een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Die energie meten we, waarna we de 'flow'-snelheid kunnen berekenen (de snelheid waarmee uw kind een bepaalde hoeveelheid plast). Vervolgens bekijken we hoe lang uw kind erover deed. De gecombineerde gegevens geven het plaspatroon weer.

Wat is het doel?
Een uroflowmetrie is bedoeld om te onderzoeken op welke manier uw kind plast: de plassnelheid en het plaspatroon.

Verloop van het onderzoek

Meestal vindt het onderzoek plaats tijdens een polikliniekbezoek aan de arts of verpleegkundig consulent kinderurologie/incontinentie. Het onderzoek kan ook plaatsvinden wanneer uw kind is opgenomen in Erasmus MC Sophia.

De verpleegkundige begeleidt uw kind tijdens het onderzoek. Wanneer we niet zeker weten of de blaas echt vol is, maken wij voor het onderzoek een echo.

Uw kind gaat naar een kamer waar een speciaal toilet staat. Een op het toilet aangesloten computer, registreert de urinestroom. Eerst stelt de verpleegkundige de apparatuur in. Vervolgens gaat uw kind op het speciale toilet zitten. Als de toiletbril te groot is, zorgt de verpleegkundige voor een verkleiner (grotere jongens kunnen ook staande een plas doen). Eventueel krijgt uw kind een steuntje onder de voeten om de bekkenbodemspieren zo goed mogelijk te ontspannen.
Als uw kind goed rechtop op de toiletstoel zit met voldoende ontspannen bekkenbodemspieren, mag hij een plas doen.

Op het beeldscherm van de computer kan uw kind zelf de urinestroom zien. Het is belangrijk dat uw kind zich in een rustige omgeving bevindt en zich zo goed mogelijk ontspant tijdens het plassen. Als de plas stopt, is de uroflowmetrie klaar. Met een echo kijken we dan nog of de blaas echt leeg is. De opgevangen urine wordt onderzocht op eventuele infecties.

U mag bij het onderzoek blijven
Als uw kind dat prettig vindt, kunt u bij het onderzoek aanwezig zijn. Omdat het van groot belang is dat uw kind zich goed ontspant tijdens het plassen, mogen er geen andere kinderen aanwezig zijn.

Echografie
In sommige gevallen combineren wij de uroflowmetrie met een echografie van de nieren en de blaas. Dit onderzoek vindt plaats vóór de uroflowmetrie. Hiervoor is een aparte afspraak gemaakt bij de polikliniek radiologie (gang D). Ook voor het echografisch onderzoek is het nodig dat uw kind een volle blaas heeft. Zodra de echo van blaas en nieren klaar is, brengt een verpleegkundige u met uw kind naar de polikliniek kinderurologie voor de uroflowmetrie. Na de uroflowmetrie krijgt uw kind nogmaals een echo van de nieren en de blaas op de polikliniek radiologie.

De uitslag van het onderzoek is in principe direct beschikbaar. Na het onderzoek bespreken wij de uitslag met u en geven wij advies over de behandeling. Wanneer nader onderzoek nodig is, hoort u dit direct.

Wij kunnen ons goed voorstellen dat u nog vragen heeft. Aarzelt u niet ons te bellen, wij nemen graag even de tijd om uw vragen te beantwoorden.

Wanneer u onverhoopt de afspraak moet verzetten, belt u ons dan ten minste 2 dagen van tevoren.

• Polikliniek urologie (010) 703 65 59, bereikbaar op werkdagen van 8.30 uur tot 16.30 uur.
• Verpleegkundig consulent continentiezorg/kinderurologie (010) 703 64 07 ( bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdagochtend).