Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Trombolysebehandeling

Verwijderen en/of oplossen van een stolsel in en bloedvat

U heeft een stolsel in een bloedvat, waardoor het bloedvat vernauwd of afgesloten is. Dit noemen we trombose. Daarom starten we met een zogeheten 'trombolysebehandeling'. Met een trombolysebehandeling brengen we een slangetje (katheter) in het bloedvat en laten we deze net voor of achter het stolsel achter. Daarna geven we door de katheter met een pomp medicatie die het stolsel oplost. De behandeling duurt een paar uur tot 2 dagen.

Download PDF


Wat is trombose?


Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Hierdoor stroomt het bloed niet meer goed door.

Hoe ontstaat trombose?

Bij trombose is het systeem van stolling uit balans. In ons bloed zitten stoffen die ervoor zorgen dat uw bloed stolt bij een wondje. Zo maakt uw lichaam een stolsel aan, waardoor het bloeden stopt. Als het bloeden gestopt is, wordt het stolsel ook weer afgebroken. Bij trombose is dit systeem uit balans, waardoor er een stolsel wordt gevormd op plekken waar dit niet nodig is.

Voorbereiding

Eten en drinken
Op de dag van het onderzoek mag u alleen:
  • Als het onderzoek ‘s ochtends is: een kopje thee met een beschuitje.
  • Als het onderzoek ‘s middags is: een ontbijt en een lichte lunch.


Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.

Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.

Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?

Kleding
Het onderzoek of de behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom moet u in schone (gewassen) kleding naar de onderzoekskamer komen. Ook is het handig als de kleding comfortabel en niet te strak zit. Soms krijgt u op de afdeling een operatiehemd aan van de verpleegkundigen.

Over de behandeling

Wat we gaan doen

Bij deze behandeling brengen we een slangetje (katheter) in het bloedvat met het stolsel. We laten de katheter net voor of net achter het stolsel achter. Daarna geven we door de katheter met een pomp de medicatie.

Wat is het doel?

De medicatie die we geven door de katheter noemen we trombolyse. Trombolyse is een medicijn dat een stolsel oplost. Door de medicijnen in het bloedvat zal het stolsel minder groot worden.
bij een trombolysebehandeling geven we via een katheter medicijnen in een bloedvat die een stolsel oplost

Verloop van de behandeling

Om toegang te krijgen tot de bloedvaten moeten we bloedvaten aanprikken. Meestal prikken we een bloedvat aan in uw lies. Maar afhankelijk van welke bloedvaten we foto's moeten maken, kan dit ook in uw hals, pols of knieholte zijn. Als u op de röntgentafel ligt ontsmetten we eerst de huid met alcohol. We dekken u toe met steriele doeken. Dit is om een infectie te voorkomen. Daarna krijgt u een plaatselijke verdoving. Dit kan gevoelig zijn. Daarna prikken we het bloedvat aan en schuiven we de katheter in. Met röntgendoorlichting schuiven we de katheter naar de juiste plaats.

Foto's maken
Om te bepalen of de locatie van de katheter goed is, maken we foto’s waarbij contrastvloeistof wordt ingespoten. U kunt het door de contrastvloeistof even warm krijgen door heel uw lichaam of een vieze smaak in uw mond krijgen. Dit trekt direct weer weg. Het is belangrijk voor het slagen van het onderzoek dat u heel stil blijft liggen. Soms is het nodig dat u uw adem inhoudt. De laborant legt dit aan u uit. Na het maken van de foto’s worden deze direct bekeken op de monitor.

Trombolysebehandeling
Als we op de foto een stolsel zien, start de radioloog met de trombolysebehandeling. Het kan ook zijn dat de radioloog een zogeheten dotterbehandeling of een stentplaatsing doet als het nodig is. Als dat zo is, dan krijgt u daar nog informatie over.

Duur van de behandeling
Deze behandeling kan 6 uur tot een paar dagen duren. Meestal controleren we elke 6 à 8 uur of het stolsel al weg is. Als het bloedvat weer goed doorstroomt en het bloedvat helemaal is hersteld, stoppen we de behandeling.

Het kan zijn dat de behandeling niet goed genoeg werkt. Dan stoppen we de behandeling ook en bekijken we andere mogelijkheden.

Na de behandeling

Nazorg en controles

Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar uw kamer, waar u in bed moet blijven liggen tot de volgende controle. In overleg met de dienstdoende arts mag u weer gewoon eten en drinken. De verpleging houdt u op de afdeling goed in de gaten. De verpleegkundigen controleren uw bloeddruk en hartslag.

Bijwerkingen en complicaties

Onderzoeken waarbij we katheters in bloedvaten brengen, verlopen meestal zonder problemen. Een enkele keer treden er bijwerkingen op, zoals een infectie of bloeduitstorting op de plaats waar het tijdelijke buisje werd ingebracht.

Complicaties

Een onderzoek of behandeling brengt altijd risico's op complicaties met zich mee. Maar het team wat het onderzoek uitvoert is gespecialiseerd in het voorkomen van complicaties. De volgende complicaties kunnen optreden:

  • Ruptuur (scheuren van het bloedvat), minder dan 2%
  • Distale embolie (stolsel ergens anders in het lichaam), minder dan 2%
  • Bloeding bij de insteekopening of ergens anders in het lichaam


Wanneer contact opnemen?

Krijgt u thuis toch last van een complicatie of bijwerking? Belt u dan naar de polikliniek radiologie. Vraag dan vervolgens of u doorverbonden kunt worden met de physician assistent van de interventie radiologie. Bij spoed buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC. Vraag dan of u doorverbonden kunt worden met de dienstdoende assistent van de radiologie.

Contact

  • Polikliniek radiologie (van 08.00 - 16.30 uur): (010) 704 20 06.
  • Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 0 704