Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Sacrale neuromodulatie van de blaas met een tined lead

Behandeling met stroomdraad bij blaasproblemen

U bent onder behandeling bij een uroloog vanwege blaasproblemen. Sommige blaasproblemen zijn op te lossen of te verbeteren met sacrale neuromodulatie. Hiervoor plaatsen we bij u een stroomdraad: een tined lead. Hieronder leggen we uit wat deze procedure inhoudt.

Download PDF

Wat is sacrale neuromodulatie?

Bij sacrale neuromodulatie plaatsen we een stroomdraad bij de blaaszenuw (de sacrale zenuw). Deze stroomdraad geeft lichte, elektrische stroompjes af in de buurt van de blaaszenuw. Deze stroomimpulsen kunnen de blaasfunctie herstellen, zonder dat de normale functie van de blaas en darm verandert.

Therapie met sacrale neuromodulatie kan u helpen als u een of meer van onderstaande symptomen hebt:
  • Vaak aandrang om te plassen, meestal plotseling. Dit gebeurt vaker dan 8 keer per dag.
  • Onvrijwillig urineverlies met plotseling sterke aandrang om te plassen.
  • Het lukt niet om te plassen of de blaas helemaal leeg te plassen (urineretentie).
  • U verliest ongewild ontlasting.
De stroomdraad die we bij u plaatsen voor de sacrale neuromodulatie, heet een tined lead. Deze sluiten we buiten het lichaam aan op een tijdelijke, externe neuromodulator. Niet bij iedereen lost een neuromodulator de blaasproblemen op. Daarom doen we eerst een test, waarin we een tijdelijke stroomdraad plaatsen: een tined lead.

Bijwerkingen en complicaties

Er is een kleine kans op een infectie. Als een infectie optreedt, kan het zijn dat de draad verwijderd moet worden. Na een periode van ongeveer 3 maanden kunnen we overwegen om de operatie nog een keer uit te voeren.

Over de procedure

De tined lead procedure bestaat uit 2 operaties:

1. Het plaatsen van de tined lead, de stroomdraad
Na deze ingreep draagt u 4 weken lang een uitwendige batterij, de neuromodulator, in een band bij u. Ook houdt u een aantal dagen een plasdagboek bij. U heeft regelmatig telefonisch contact met het ziekenhuis om tot het best mogelijke resultaat te komen. Na 4 weken vindt de 2e ingreep plaats.

2. Het plaatsen van de definitieve neuromodulator of het verwijderen van de tined lead
Kort voor de tweede operatie bespreken we het verloop van de testfase met u. Hierbij speelt het plasdagboek een grote rol. Het is daarom belangrijk dat u het plasdagboek naar waarheid invult.

De 2e ingreep is afhankelijk van het verloop van de testfase. Er zijn 2 opties:
  • Bij een geslaagde testfase vervangen we de uitwendige neuromodulator door een definitieve, onderhuidse neuromodulator.
  • Bij een niet-geslaagde testfase verwijderen we de tined lead. We bekijken dan wat een andere oplossing zou kunnen zijn voor de blaasproblemen.

Voorbereiding op de operaties

De volgende zaken zijn belangrijk om te bespreken met uw specialist:
  • Het gebruik van medicatie.
  • Overgevoeligheid voor medicatie, latex, jodium, etc.
  • (Mogelijke) zwangerschap.
Gebruikt u bloedverdunners? Sommige bloedverdunners mag u niet gebruiken rond de ingreep. Wanneer u moet stoppen met welke bloedverdunner, vindt u in de tabel hieronder.

Wanneer stoppen?Welke bloedverdunner?
7 dagen voor de ingreepFenprocoumon
Marcoumar

5 dagen voor de ingreepBrilique
Clopidogrel
Grepid
Iscover
Plavix
Ticagrelor

3 dagen voor de ingreepAcenoumarol
Sintrom


Gebruikt u een bloedverdunner die niet in de tabel staat? En twijfelt u of u uw bloedverdunner mag gebruiken? Overleg dit dan met de arts of verpleegkundig specialist.

De dag van opname

In principe overnacht u niet in het ziekenhuis. Beide ingrepen worden tijdens dagopname uitgevoerd. Het opnamebureau plant de operaties in en informeert u over de datum. Dit gaat buiten uw specialist om.

Vervoer

Zorg bij beide ingrepen alstublieft voor vervoer.

Verloop van de operaties

Beide ingrepen worden onder algehele anesthesie (narcose) of onder een roesje uitgevoerd. Van tevoren bespreken we dit met u. Als de ingreep onder narcose plaatsvindt, mag u de nacht na de ingreep niet alleen zijn. Zorg er dan voor dat er iemand bij u in huis is.

Tijdens de operatie ligt u op uw buik. Bij de eerste ingreep zoekt de arts met een naald de juiste zenuw op. Door te kijken naar de reactie van de bekkenbodemspieren en door röntgenfoto’s, controleert de arts of de juiste plek gevonden is. Vervolgens vervangt de arts de naald door de tined lead. Deze wordt via een onderhuidse verlengkabel verbonden met de uitwendige batterij. De batterij draagt u in een band om uw middel.

Tijdens de 2e ingreep wordt óf de definitieve neuromodulator geplaatst óf het systeem verwijderd.

Na de operaties


Na de 1e ingreep

U draagt de externe batterij in een band bij u. Het verlengde van de elektrodedraad zit vastgeplakt op uw rug. Deze pleister mag u zelf niet loshalen. Wel mag u extra pleisters plakken als de elektrodraad loslaat.

Na het plaatsen van een tined lead voelt u een prikkeling in het kruis, de billen of de liezen. Dit is normaal. De plaats kan per ingreep verschillen. De prikkeling stellen we zo in dat u het gedurende de dag nauwelijks voelt.
U krijgt een draadloze afstandsbediening mee. Hiermee kunt u de sterkte van de prikkeling altijd hoger of lager zetten. Aan de instellingen zelf kunt u niets veranderen, dat kan alleen uw specialist. Een sterker voelbare prikkeling geeft niet een beter resultaat. De prikkeling moet op de achtergrond voelbaar aanwezig zijn.

Leefregels
Voor een goed herstel zijn een aantal leefregels belangrijk. Deze vindt u in 'Leefregels na het plaatsen van een tined lead'.

Na de 2e ingreep


Leefregels
Voor een goed herstel zijn een aantal leefregels belangrijk. Deze vindt u in 'Leefregels na het plaatsen van een neuromodulator'.

Afstandsbediening
Na de ingrepen krijgt u extra uitleg over het gebruik van uw afstandsbediening. De meeste gebruikers ervaren de bediening als gemakkelijk.

Contact

Heeft u vragen? Noteer ze dan, zodat u ze kunt stellen tijdens een gesprek met uw specialist.

Polikliniek urologie (op werkdagen tussen 08.00 en 16.30 uur) (010) 704 02 51. Houd uw patiëntnummer of geboortedatum bij de hand.

’s Avonds en in het weekend belt u naar de spoedeisende hulp (SEH), (010) 704 0 704. Vraag hierbij naar de dienstdoende uroloog. Houd uw patiëntnummer of geboortedatum bij de hand.