Voorbereiding
Gesprek anesthesioloog
De operatie vindt plaats onder anesthesie. U heeft daarom een gesprek met de anesthesioloog op de polikliniek anesthesiologie. De anesthesioloog bespreekt met u welke medicijnen u eventueel wel of niet mag innemen op de ochtend voor of van de operatie.Gesprek mammacare verpleegkundige
De mammacare verpleegkundige bespreekt met u:- hoe de dag van opname verloopt
- hoe het herstel na de operatie eruitziet en wat dit voor u betekent
Scheren oksel
Vanaf 1 week voor de operatie mag u uw oksel niet meer met een scheermesje ontharen. U mag wel een ontharingscrème gebruiken of een elektrisch scheerapparaat.Nuchter zijn
Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.
Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.
Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.
Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie”
Inspuiten radioactieve vloeistof
Op de polikliniek nucleaire geneeskunde spuiten wij 2 tot 4 keer een kleine hoeveelheid radioactieve vloeistof in rondom de tumor. Dit gebeurt op de ochtend van de operatie of een dag ervoor. De vloeistof volgt dezelfde weg als de lymfe (en eventuele uitzaaiingen) en concentreert zich in de schildwachtklier.Na twee uur maken wij een scan met een speciale camera waar u ongeveer een kwartier onder moet blijven liggen. Op de scan is te zien in hoeveel klieren de vloeistof zich concentreert en waar deze klieren precies zitten. Meestal is er 1 radioactieve klier, maar het kunnen er ook 1 of 2 meer zijn. Met viltstift markeren wij de klier op de huid. De klieren die zichtbaar zijn, hebben niet per se tumorcellen. Het geeft alleen aan welke klier de schildwachtklier is. De scan gaat mee naar de operatiekamer.
De hoeveelheid radioactiviteit is zo klein dat er in de uren tussen het inspuiten en de operatie geen risico is voor uw omgeving.
Over de behandeling
Wat we gaan doen
Op de dag van de operatie kunt u thuis douchen. Op de operatiekamer spuiten wij een blauwe kleurstof in de huid boven de tumor. U bent dan al onder anesthesie en voelt hier niets van. De lymfebanen die vanaf de tumor lopen kleuren blauw en kunnen we volgen tot aan de lymfeklieren. Zowel de blauwe kleur als de radioactieve vloeistof markeren de klier die de chirurg moet verwijderen. Vaak combineren wij deze operatie met het verwijderen van de (mogelijke) tumor uit de borst.
Wat is het doel?
Uit onderzoek blijkt dat uitzaaiende tumorcellen vanuit de borst meestal eerst in 1 bepaalde okselklier/lymfeklier terechtkomen: de schildwachtklier. Zij kunnen zich daarna verder verspreiden. Door de schildwachtklier tijdens een operatie weg te halen, kunnen we onderzoeken of deze vrij is van tumorcellen. Is dit het geval, dan is de kans klein dat er tumorcellen in de overige lymfeklieren aanwezig zijn. Het is dan niet nodig deze overige klieren weg te halen. Heeft de schildwachtklier wél tumorcellen, dan verwijderen wij vaak alsnog alle lymfklieren in de oksel tijdens een tweede operatie.
Op de dag van de operatie kunt u thuis douchen. Op de operatiekamer spuiten wij een blauwe kleurstof in de huid boven de tumor. U bent dan al onder anesthesie en voelt hier niets van. De lymfebanen die vanaf de tumor lopen kleuren blauw en kunnen we volgen tot aan de lymfeklieren. Zowel de blauwe kleur als de radioactieve vloeistof markeren de klier die de chirurg moet verwijderen. Vaak combineren wij deze operatie met het verwijderen van de (mogelijke) tumor uit de borst.
Wat is het doel?
Uit onderzoek blijkt dat uitzaaiende tumorcellen vanuit de borst meestal eerst in 1 bepaalde okselklier/lymfeklier terechtkomen: de schildwachtklier. Zij kunnen zich daarna verder verspreiden. Door de schildwachtklier tijdens een operatie weg te halen, kunnen we onderzoeken of deze vrij is van tumorcellen. Is dit het geval, dan is de kans klein dat er tumorcellen in de overige lymfeklieren aanwezig zijn. Het is dan niet nodig deze overige klieren weg te halen. Heeft de schildwachtklier wél tumorcellen, dan verwijderen wij vaak alsnog alle lymfklieren in de oksel tijdens een tweede operatie.
Na de behandeling
Nazorg en controles
U wordt wakker op de uitslaapkamer waar u intensief wordt verzorgd en begeleid. Als u goed wakker bent gaat u terug naar de kliniek. De verpleegkundigen houdt goed in de gaten hoe het met u gaat en voeren regelmatig controles uit.Eten en drinken
Als u zich goed voelt mag u weer gewoon eten en drinken en uit bed.Pijnmedicatie
U kunt zo nodig pijnstillers innemen.Naar huis
Als u geplast heeft, u zich lichamelijk goed voelt en de arts toestemming heeft gegeven mag u dezelfde dag nog naar huis.Leefregels
- U heeft een litteken van enkele centimeters in uw oksel, met daarop kleine pleisters. De pleisters mogen er na 1 week af, maar mogen ook tot aan het eerste polikliniekbezoek blijven zitten.
- Wij adviseren u ongeveer 6 weken geen beha met beugel te dragen.
- Til de eerste 6 weken niet zwaar. U mag gewoon bewegen, waarbij uw lichaam zelf de (pijn)grens aangeeft.
- U mag na 48 uur weer douchen. Dep het wondgebied daarna droog.
- De eerste weken na de operatie kan de wond wat pijnlijk, gezwollen of verkleurd zijn.
- De blauwe kleurstof die gebruikt is kan uw urine groen kleuren in de eerste 24 uur na de operatie en zorgt ook voor een blauwe verkleuring van een deel van de huid (dit kan enkele weken duren).
- Het litteken heeft na ongeveer een jaar zijn definitieve vorm.
De uitslag
De patholoog- anatoom onderzoekt het verwijderde weefsel (het PA onderzoek). Na ongeveer 10 werkdagen is de uitslag bekend. De chirurg bespreekt deze met u op de polikliniek.
Contact
Wanneer contact opnemen? Neemt u contact op als:
Heeft u lichamelijke klachten, vragen of bij twijfel, neemt u dan ook contact op tijdens kantooruren met de mammacare verpleegkundige, telefoonnummer 06 333 249 18.
- de wond rood, warm en pijnlijk is. Dit kan een ontsteking zijn.
- er een zwelling van het wondgebied ontstaat.
Heeft u lichamelijke klachten, vragen of bij twijfel, neemt u dan ook contact op tijdens kantooruren met de mammacare verpleegkundige, telefoonnummer 06 333 249 18.
