Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

CT geleide radiofrequente ablatie (RFA) of microwave ablatie (MWA)

Bij radiofrequente ablatie (RFA) wordt een tumor in bijvoorbeeld de lever, nier of long kortdurend sterk verhit, waardoor deze afsterft. Met radiofrequent bedoelen we ‘met de energie van radiogolven'. Ablatie betekent letterlijk ‘verwijdering'. De tumor wordt alleen niet verwijderd, maar uitgeschakeld. Daarna ruimt het lichaam zelf de afgestorven cellen op en blijft er uiteindelijk een litteken over. Voor tumoren die groter zijn dan 3,5 cm kan ongeveer dezelfde behandeling plaatsvinden met microwave ablatie (MWA). Hierbij wordt de tumor ook kortdurend verhit, maar dan met microwavegolven in plaats van radiogolven. MWA heeft een groter bereik en werkt daardoor voor tumoren die wat groter zijn.

Download PDF


Voorbereiding


Eten en drinken
Op de dag van het onderzoek moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u na twaalf uur middernacht niets meer mag eten of drinken.

Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.

Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.

Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?

Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (bijvoorbeeld Marcoumar of Sintrom), kan het zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen. Vertel het uw arts als u deze middelen gebruikt.

Kleding
Het onderzoek of de behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom moet u in schone (gewassen) kleding naar de onderzoekskamer komen. Ook is het handig als de kleding comfortabel en niet te strak zit. Soms krijgt u op de afdeling een operatiehemd aan van de verpleegkundigen.

Opname
Uw behandelend arts heeft u verteld dat u voor dit onderzoek wordt opgenomen. Meestal is dit voor een of twee dagen. Op de verpleegafdeling wordt bij u een infuus geprikt en bloed afgenomen om de stollingswaarden en nierfunctie te bepalen en te controleren.

Tijdstip van het onderzoek of de behandeling
De duur van het onderzoek of behandeling wisselt erg. We kunnen daarom niet aangeven hoe lang het onderzoek of de behandeling gaat duren of wanneer u klaar zal zijn. Ook krijgen we vaak aanmeldingen voor spoedprocedures. Het kan daarom voorkomen dat uw afspraak wordt uitgesteld. Meestal stellen we uw behandeling uit naar een later tijdstip op dezelfde dag, maar in zeldzame gevallen moeten we uw onderzoek of behandeling uitstellen naar een andere dag. Als dit het geval is, geven we u hier zo snel mogelijk meer informatie over.

Toilet
Ga voor het onderzoek of de behandeling nog even naar het toilet op de verpleegafdeling.

Over de behandeling

Wat gaan we doen

Tijdens deze behandeling branden we een tumor weg met radiofrequente ablatie (RFA) of microwave ablatie (MWA).

Wat is het doel?

Het doel is om de tumor weg te branden, waardoor deze verschrompelt en uiteindelijk verdwijnt.

Verloop van de behandeling

Het Erasmus MC is een universitair medisch centrum, waarin personeel wordt opgeleid. Het kan daarom voorkomen dat het onderzoek of de behandeling uitgevoerd wordt door één van onze arts-assistenten, gesuperviseerd door een staf-arts. Ook kan het voorkomen dat de arts die het onderzoek of de behandeling van tevoren met u heeft doorgesproken niet degene is die het onderzoek of de behandeling uitvoert.

Wanneer u in röntgenkamer bent, wordt u op de rug op de tafel van de CT-scanner gelegd. De medewerker van de anesthesie brengt u eerst in slaap. Daarna wordt uw huid schoongemaakt met alcohol en wordt u toegedekt met steriele doeken.

De radioloog brengt vervolgens met behulp van een echoapparaat en/of de CT-scanner de naald in de tumor. Als de naald op de goede plaats zit wordt hij aangesloten op het RFA of MWA apparaat en wordt er energie door de naald gestuurd om de kankercellen te verbranden.

Als de behandeling klaar is haalt de radioloog de naald uit de tumor en plaats hij of zij een pleister op het prikgaatje in uw huid. Soms wordt er na de behandeling gelijk nog een CT scan gemaakt om te controleren of alles goed weggebrand is.

Na afloop
Na de behandeling wordt u weer wakker gemaakt en afhankelijk van hoe het met u gaat wordt u naar de uitslaapkamer of naar uw afdeling gebracht.

Duur van de behandeling
Hoe lang de behandeling duurt, is afhankelijk van het aantal tumoren. Meestal is dat ongeveer 1 tot 2 uur.

Na de behandeling

Nazorg en controles

Om de kans op een nabloeding zo klein mogelijk te houden, moet u na de behandeling minimaal een uur bedrust houden. Er is steeds iemand aanwezig om te kijken of u iets nodig heeft en om te controleren of alles goed gaat.

Eten en drinken

In overleg met de dienstdoende arts mag u weer gewoon eten en drinken.

Bijwerkingen en complicaties

Een behandeling met RFA of MWA verloopt meestal zonder problemen. Wel treden er soms bijverschijnselen op waarbij het post-ablatie syndroom de meest voorkomende is. Dit betekent dat u last krijgt van een soort algehele malaise met pijn, verhoging van uw lichaamstemperatuur, misselijkheid en braken. Deze verschijnselen verdwijnen meestal vanzelf weer na ongeveer 1 week.

Tijdens de behandeling

Tijdens de RFA- of MWA-behandeling zelf kunnen er een enkele keer problemen voorkomen, zoals het krijgen van een bloeding door het beschadigen van bloedvaatjes.

Longtumor
Bij een tumor in de long leidt een bloeding tot het ophoesten van bloed. Vaak gaat dit vanzelf weer over maar in een enkel geval moet u hiervoor behandeld worden. Ook kan er bij een longtumor een klaplong ontstaan door het prikken.

Niertumor
Bij een tumor in de nier leidt een bloeding tot bloedplassen (minder dan 10%). Vaak gaat dit vanzelf weer over maar in een enkel geval moet u hiervoor behandeld worden. Ook kan er een enkele keer (10%) een urinoom (holte gevuld met urine) ontstaan na het prikken in de nier.

Levertumor
Bij levertumoren kan het voorkomen dat de lever zijn werk na de behandeling tijdelijk niet goed meer kan doen. Ook een bloeding kan ontstaan na het prikken in de lever (1%) of er kan een abces ontstaan (minder dan 1%).

Uitzonderlijk is schade aan organen die in de buurt liggen zoals de maag en dikke darm. Het team dat de behandeling uitvoert is echter gespecialiseerd in het voorkomen en het behandelen van dergelijke problemen.


Wanneer contact opnemen?

Krijgt u thuis toch last van een complicatie of bijwerking? Belt u dan naar de polikliniek radiologie. Vraag dan vervolgens of u doorverbonden kunt worden met de physician assistent van de interventie radiologie. Bij spoed buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC. Vraag dan of u doorverbonden kunt worden met de dienstdoende assistent van de radiologie.

Contact

  • Polikliniek radiologie (van 08.00 - 16.30 uur): (010) 704 20 06.
  • Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 0 704