Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Poortkatheter

Met een poortkatheter, PAC of Port-a-Cath kunnen we u makkelijker medicijnen geven en bloed afnemen. Het is een reservoir (poort) waar een slangetje (katheter) aan vast zit. Deze katheter zit onder de huid in een grote ader.

Download PDF

Over de poortkatheter

Om uw ziekte te behandelen, geven we u vaak medicijnen via een infuus. Het kan ook zijn dat u vaak bloed moet laten prikken. Hierdoor kunnen uw bloedvaten beschadigen.

We geven u een poortkatheter om te voorkomen dat uw bloedvaten beschadigd raken. Met de poortkatheter kunnen we u makkelijker en voor langere tijd medicijnen geven en bloed afnemen.

Voor het plaatsen van de poortkatheter kunt u een plaatselijke verdoving krijgen of narcose. Uw arts vertelt u wat u krijgt.

Voorbereiding met een plaatselijke verdoving

Eten en drinken

U hoeft niet nuchter te zijn voor deze operatie. Dat betekent dat u gewoon mag eten en drinken.

Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)

Tijdens deze operatie kunt u een röntgenonderzoek krijgen. We kunnen beter geen röntgenonderzoek doen als u zwanger bent. Twijfelt u of u zwanger bent? Bespreek dit dan met uw arts.

Voorbereiding met narcose

Preoperatieve screening

Voor de operatie krijgt u een afspraak bij de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek bespreken we met u hoe u zich moet voorbereiden.

Eten en drinken


Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten, drinken of roken.
6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten en roken. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.

Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.

Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie

Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)

Tijdens deze operatie kunt u een röntgenonderzoek krijgen. We kunnen beter geen röntgenonderzoek doen als u zwanger bent. Twijfelt u of u zwanger bent? Bespreek dit dan met uw arts.

De operatie

Voor de operatie met narcose

U krijgt een infuus voor vocht. Daarna krijg u de narcose. De anesthesist brengt u in slaap.

We maken de huid van uw borst en schouder schoon met alcohol. Daarna leggen we u onder grote steriele (schone) doeken.

Voor de operatie met plaatselijke verdoving

U krijgt een operatiejas aan en een muts op.

We maken de huid van uw borst en schouder schoon met alcohol. Daarna leggen we u onder grote steriele (schone) doeken.

We geven u eerst de verdoving met een prik op de plek waar we de poortkatheter plaatsen.

Plaatsing van de poortkatheter

Daarna maken we een klein sneetje onder uw sleutelbeen. Door dit sneetje brengen we de katheter (het slangetje) in een ader. We leggen de katheter in een ader vlak voor de ingang van het hart. We doen een ECG of een röntgenonderzoek om te kijken of de katheter op de goede plek zit.

Daarna zetten we het reservoir (de poort) op de katheter. Het reservoir plaatsen we onder uw huid en zetten we met hechtingen vast.

poortkatheter met reservoir in het lichaam
Eerst kijken we of de poortkatheter goed werkt. Daarna laten we er een slot (een speciale vloeistof) in achter.

Als laatste hechten we de wond en plakken we er een pleister op. Alle onderdelen van de poortkatheter zitten onder uw huid.

Na de operatie voelt u een bobbel op de plek waar het kastje zit. Dat is normaal. U ziet ook een klein sneetje.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 30 tot 60 minuten.

Na de operatie

Na de operatie maken we soms een röntgenfoto om te controleren of de poortkatheter goed zit en of uw long niet beschadigd is.

Rondom de poortkatheter kan het wat gevoelig zijn.

Als u narcose heeft gekregen, gaat u eerst naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent en als u toestemming heeft van de verpleegkundige mag u weg.

Bent u niet opgenomen in het ziekenhuis? Dan mag u na de operatie meteen naar huis. Bent u opgenomen in het ziekenhuis? Dan gaat u terug naar uw patiëntenkamer.

Thuis

  • De hechtingen verdwijnen vanzelf. U hoeft deze niet te laten weghalen.
  • Doe de eerste twee weken rustig aan. Ga niet sporten.
  • U mag douchen.
  • U mag werken. Tenzij u fysiek zwaar werk heeft. Bespreek dit met uw arts.
  • Na 2 weken mag u sporten en zwemmen met de poortkatheter.
  • U kunt door een metaaldetector. Bijvoorbeeld op het vliegveld of in een winkel.
  • In het buitenland worden ook poortkatheters gebruikt. Moet u in het buitenland naar het ziekenhuis? Dan weten ze daar hoe ze de poortkatheter kunnen gebruiken.

Gebruiken van de poortkatheter


Om de poortkatheter te gebruiken, prikt de verpleegkundige het reservoir aan met een speciale naald. Hij of zij haalt het slot (speciale vloeistof) eerst weg uit de poortkatheter. De verpleegkundige plakt de naald met een doorzichtige folie vast.

Als we klaar zijn met het gebruiken van de poortkatheter, haalt de verpleegkundige de naald weg. Hij of zij laat dan een nieuw slot (speciale vloeistof) achter in de poortkatheter. Deze vloeistof moet één keer per zes weken vervangen worden. Als het nodig is, krijgt u hiervoor een afspraak.

poortkatheter van dichtbij

Gebruiken van de poortkatheter

Om de poortkatheter te gebruiken, prikt de verpleegkundige het reservoir aan met een speciale naald. Hij of zij haalt het slot (speciale vloeistof) eerst weg uit de poortkatheter. De verpleegkundige plakt de naald met een doorzichtige folie vast.

Als we klaar zijn met het gebruiken van de poortkatheter, haalt de verpleegkundige de naald weg. Hij of zij laat dan een nieuw slot (speciale vloeistof) achter in de poortkatheter. Deze vloeistof moet één keer per zes weken vervangen worden. Als het nodig is, krijgt u hiervoor een afspraak.

poortkatheter van dichtbij

Bijwerkingen en complicaties

Complicaties die voorkomen bij deze operatie zijn:
  • Ontsteking van de wond: ziet u aan roodheid, zwelling, pijn en koorts.
  • Nabloeding: een bloeduitstorting rond het reservoir. U ziet dan een blauwe plek en zwelling bij het reservoir.
  • Klaplong: merkt u door kriebelhoest, pijn op de borst en benauwdheid.

Wanneer contact opnemen?

Heeft u een van de volgende klachten? Neem dan contact op met het ziekenhuis:
  • koorts of koude rillingen
  • roodheid, zwelling of pijn bij het reservoir
  • pijn of zwelling bij het inspuiten van vloeistoffen
  • kortademigheid, hoesten en pijn bij de borstkas

Contact

  • Polikliniek chirurgie (010) 704 0573 - van 8:00 tot 16:30 uur. Vraag naar de assistent van de chirurgie.
  • Algemeen nummer Erasmus MC (010) 704 0 704 - buiten bovengenoemde tijden. Vraag naar de dienstdoende assistent chirurgie.