Wat is sacrale neuromodulatie?
Bij sacrale neuromodulatie plaatsen we een stroomdraad bij de blaaszenuw (de sacrale zenuw). Deze stroomdraad geeft lichte, elektrische stroompjes af in de buurt van de blaaszenuw. Deze stroomimpulsen kunnen de blaasfunctie herstellen, zonder dat de normale functie van de blaas en darm verandert.
Therapie met sacrale neuromodulatie kan u helpen als u een of meer van onderstaande symptomen hebt:
Therapie met sacrale neuromodulatie kan u helpen als u een of meer van onderstaande symptomen hebt:
- Vaak aandrang om te plassen, meestal plotseling. Dit gebeurt vaker dan 8 keer per dag.
- Onvrijwillig urineverlies met plotseling sterke aandrang om te plassen.
- Het lukt niet om te plassen of de blaas helemaal leeg te plassen (urineretentie).
- U verliest ongewild ontlasting.
PNE-procedure
Niet bij iedereen lost een neuromodulator de blaasproblemen op. Daarom doen we eerst een test, de zogenaamde PNE-procedure. PNE staat voor Percutaneous Nerve Evaluation. De test duurt een week. Bij deze behandeling zoeken we met een naald de sacrale zenuwen op. Vervolgens plaatsen we daar een stroomdraad langs. Een uitwendige stimulator geeft lichte elektrische pulsen af aan de sacrale zenuwen. Op die manier kan de functie van de blaas verbeteren of zelfs helemaal herstellen. De PNE is een poliklinische ingreep en voeren we dus niet uit op een operatiekamer. In totaal bent u een uur op de behandelkamer. Het daadwerkelijke plaatsen van de testdraad duurt ongeveer 10 minuten.
Voorbereiding op de ingreep
De volgende zaken zijn belangrijk om te bespreken met uw specialist:
Gebruikt u bloedverdunners? Sommige bloedverdunners mag u niet gebruiken rond de ingreep. Wanneer u moet stoppen met welke bloedverdunner, vindt u in de tabel hieronder.
Gebruikt u een bloedverdunner die niet in de tabel staat? En twijfelt u of u uw bloedverdunner mag gebruiken? Overleg dit dan met de arts of verpleegkundig specialist.
U ontvangt de afspraak voor de PNE-procedure. Wij vragen u het volgende:
- Het gebruik van medicatie.
- Overgevoeligheid voor medicatie, latex, jodium, etc.
- (Mogelijke) zwangerschap.
Gebruikt u bloedverdunners? Sommige bloedverdunners mag u niet gebruiken rond de ingreep. Wanneer u moet stoppen met welke bloedverdunner, vindt u in de tabel hieronder.
Wanneer stoppen? | Welke bloedverdunner? |
7 dagen voor de ingreep | Fenprocoumon Marcoumar |
5 dagen voor de ingreep | Brilique Clopidogrel Grepid Iscover Plavix Ticagrelor |
3 dagen voor de ingreep | Acenocoumarol Sintrom |
Gebruikt u een bloedverdunner die niet in de tabel staat? En twijfelt u of u uw bloedverdunner mag gebruiken? Overleg dit dan met de arts of verpleegkundig specialist.
U ontvangt de afspraak voor de PNE-procedure. Wij vragen u het volgende:
- Vul het bijgevoegde plasdagboek de week voor de test in. Doe dit 4 dagen achter elkaar.
- Neem het ingevulde dagboek mee op de dag van de test.
- Stop de medicatie voor een onrustige blaas 1 week van tevoren en stop de PTNS (neurostimulatie) behandeling 4 weken van tevoren.
Verloop van de ingreep
U ligt op uw buik. We ontsmetten uw onderrug en plakken hem af met steriele doeken. De huid en onderliggende weefsels verdoven we. De arts zoekt met een dunne naald de juiste zenuwen op. Om te controleren of de juiste plek is gevonden, vragen we aan u wat u ervaart en kijken we naar de reactie van de bekkenbodemspieren. Vervolgens vervangt de arts de naald door de stroomdraad. Deze verbindt hij via een verlengkabel met een uitwendige stimulator. Dit plakken we af met steriele pleisters.
Na de ingreep
Bij uw neuromodulatiesysteem zit een afstandsbediening. Deze draagt u tijdens de proefperiode bij u. Hiermee kunt u de stimulator controleren. Na het plaatsen van de stroomdraad krijgt u extra uitleg over het gebruik van uw afstandsbediening. De meeste gebruikers ervaren de bediening als gemakkelijk.
Na het plaatsen van het testdraad op de polikliniek kunt u direct naar huis. U draagt de uitwendige stimulator in een band om uw middel. Het verlengde van de stroomdraad plakken we vast op uw rug. Deze pleister mag u zelf niet loshalen. U mag wel extra pleisters bijplakken als de pleister loslaat.
Bij een negatief resultaat heeft de teststimulatie niet het gewenste resultaat opgeleverd. U krijgt een nieuwe afspraak bij uw uroloog.
Bij een positief resultaat heeft de teststimulatie goed resultaat gegeven. U wordt op de lijst geplaatst voor implantatie van een definitieve neuromodulator.
Na het plaatsen van het testdraad op de polikliniek kunt u direct naar huis. U draagt de uitwendige stimulator in een band om uw middel. Het verlengde van de stroomdraad plakken we vast op uw rug. Deze pleister mag u zelf niet loshalen. U mag wel extra pleisters bijplakken als de pleister loslaat.
Leefregels
Tijdens deze week mag u uw bovenlijf niet douchen en niet in bad gaan. Buig en draai uw onderrug niet en buk niet voorover. De stroomdraad zit niet vast in uw lichaam en kan daardoor van plek verschieten. Wij raden fietsen en sporten af.Evaluatie testweek
Gedurende de testweek vragen wij u opnieuw om 4 dagen lang een plasdagboek invullen. Een week na het plaatsen van de testdraad heeft u een afspraak op de poli. Dan verwijderen we de testdraad. De arts bespreekt met u de resultaten van de teststimulatie. Dit gebeurt door middel van het vergelijken van de plasdagboeken die u voor en tijdens de teststimulatie heeft ingevuld en uw eigen ervaring tijdens de testperiode.Bij een negatief resultaat heeft de teststimulatie niet het gewenste resultaat opgeleverd. U krijgt een nieuwe afspraak bij uw uroloog.
Bij een positief resultaat heeft de teststimulatie goed resultaat gegeven. U wordt op de lijst geplaatst voor implantatie van een definitieve neuromodulator.
Het plaatsen van de definitieve neuromodulator
Voorbereiding op de ingreep
De volgende zaken zijn belangrijk om te bespreken met uw specialist:
- Het gebruik van bloedverdunners of andere medicatie.
- Overgevoeligheid voor medicatie, latex, jodium, etc.
- (Mogelijke) zwangerschap.
De dag van opname
We voeren de ingreep na een geslaagde testfase uit in dagopname. In principe overnacht u dus niet in het ziekenhuis. Het opnamebureau plant de operaties in en informeert u over de datum. Dit gaat buiten uw specialist om.Vervoer
Zorg bij de ingreep alstublieft voor vervoer.Verloop van de ingreep
Tijdens de operatieve ingreep verdoven we u plaatselijk en krijgt u een roesje, of krijgt u een algehele narcose.
Tijdens de operatie ligt u op uw buik. De arts zoekt met een naald de juiste zenuw op. Door te kijken naar de reactie van de bekkenbodemspieren en door röntgenfoto’s, controleert de arts of de juiste plek gevonden is. Vervolgens vervangt de arts de naald door de definitieve draad. Deze wordt via een onderhuidse verlengkabel verbonden met de definitieve neuromodulator. De arts sluit de huid met oplosbare hechtingen. In totaal zijn dit 3 sneden: 1 met de grootte van de definitieve neuromodulator, en 2 van ongeveer 1 centimeter.
Tijdens de operatie ligt u op uw buik. De arts zoekt met een naald de juiste zenuw op. Door te kijken naar de reactie van de bekkenbodemspieren en door röntgenfoto’s, controleert de arts of de juiste plek gevonden is. Vervolgens vervangt de arts de naald door de definitieve draad. Deze wordt via een onderhuidse verlengkabel verbonden met de definitieve neuromodulator. De arts sluit de huid met oplosbare hechtingen. In totaal zijn dit 3 sneden: 1 met de grootte van de definitieve neuromodulator, en 2 van ongeveer 1 centimeter.
Leefregels
Voor een goed herstel zijn een aantal leefregels belangrijk. U vindt deze in 'Leefregels na het plaatsen van een neuromodulator'.Na de ingreep
Na het plaatsen van het definitieve draad en de onderhuidse batterij verblijft u een aantal uur op de dagopname. Aan het einde van de middag kunt u naar huis.
Na de ingrepen voelt u een prikkeling in het kruis, de billen of de liezen. Dit is normaal. De plaats kan per ingreep verschillen. De prikkeling stellen we zo in dat u het gedurende de dag nauwelijks voelt.
U krijgt een draadloze afstandsbediening mee. Hiermee kunt u de sterkte van de prikkeling altijd aanpassen. Aan de instellingen zelf kunt u niets veranderen, dat kan alleen uw specialist.
Na de ingrepen voelt u een prikkeling in het kruis, de billen of de liezen. Dit is normaal. De plaats kan per ingreep verschillen. De prikkeling stellen we zo in dat u het gedurende de dag nauwelijks voelt.
U krijgt een draadloze afstandsbediening mee. Hiermee kunt u de sterkte van de prikkeling altijd aanpassen. Aan de instellingen zelf kunt u niets veranderen, dat kan alleen uw specialist.
Bijwerkingen en complicaties
Er is een kleine kans op een infectie. Als een infectie optreedt, kan het zijn dat we de draad en de batterij moeten verwijderen. Na een periode van ongeveer 3 maanden kunnen we overwegen om de ingreep of de operatie nog een keer uit te voeren.
Contact
Polikliniek urologie (op werkdagen tussen 08.00 en 16.30 uur) (010) 704 01 46. Houd uw patiëntnummer of geboortedatum bij de hand.
’s Avonds en in het weekend belt u naar de spoedeisende hulp (SEH), (010) 704 0 704. Vraag hierbij naar de dienstdoende uroloog. Houd uw patiëntnummer of geboortedatum bij de hand.
’s Avonds en in het weekend belt u naar de spoedeisende hulp (SEH), (010) 704 0 704. Vraag hierbij naar de dienstdoende uroloog. Houd uw patiëntnummer of geboortedatum bij de hand.