Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

MCP-prothese

Operatie bij MCP-artrose

U heeft artrose (slijtage) in uw MCP-gewrichten. U krijgt een operatie waarbij u een prothese krijgt. Een prothese is een kunstgewricht. Hier leest u over de operatie en het herstel.

Download PDF

Over MCP-artrose


Bij artrose heeft u pijn aan een gewricht. Artrose noemen we ook wel slijtage. Een gewricht is een scharnier tussen twee botten. Tussen de twee botten zit een laagje kraakbeen. Dit zorgt dat de botten soepel en zonder pijn kunnen bewegen. Als dit laagje kraakbeen slijt, kan dit leiden tot een ontsteking in het gewricht. Dit kan zorgen voor pijn en een stijf gewricht.

In uw geval slijten de MCP-gewrichten in uw hand. Dit zijn de gewrichten van de knokkels onderaan de vingers.

Meer informatie over MCP-artrose leest u in ‘MCP-artrose’.
MCp-gewrichten
Afbeelding 1. De MCP-gewrichten.

Over de operatie


Tijdens de operatie halen we uw versleten gewricht weg. Dat vervangen we door een prothese. Dit is een kunstgewricht. Het kan ook zijn dat u meerdere protheses krijgt. De prothese kan gemaakt zijn van metaal, siliconen of kunststof. Wij kiezen voor een siliconen prothese.

Het doel van een operatie is om de pijn in uw vinger te verminderen.
Prothese op de plek van het MCP-gewricht
Afbeelding 2. Een prothese op de plek van het versleten MCP-gewricht.

Voorbereiding


Als u bloedverdunners gebruikt, moet u misschien tijdelijk stoppen met deze medicijnen. Dit overlegt u met uw arts.

Tijdens de operatie


De operatie gebeurt in dagbehandeling. Dit betekent dat u voor één dag naar het ziekenhuis komt. Voordat de operatie begint, verdoven we uw hele arm. Heel soms moet u helemaal onder narcose (volledige anesthesie). Lees meer over verdoving in ‘Op de preoperatieve polikliniek’.

De operatie verloopt als volgt:
  1. We maken een snee in uw huid, aan de bovenkant (rugzijde) van uw hand.
  2. We halen het versleten gewricht weg.
  3. We maken een holte in allebei de botuiteinden, zodat we daar de prothese in vast kunnen zetten.
  4. We plaatsen de prothese.
  5. We maken uw huid weer dicht.
  6. U krijgt gips om uw hand en pols.

Na de operatie

Leefregels


U mag op de dag van de operatie weer naar huis. Als u thuis bent, moet u zich aan een aantal ‘leefregels’ houden:

  • Na de operatie krijgt u gips om uw hand en pols. Houd het gips droog. Doe tijdens het douchen een plastic zak om de hand.
  • Houd uw hand de eerste 3 dagen hoog. U krijgt hiervoor een draagdoek (mitella). Leg uw hand ’s nachts op een kussen.
  • Beweeg regelmatig uw vingers. Dan worden ze minder snel stijf.
  • Rijd geen auto als u gips heeft of een spalk draagt. U kunt weer autorijden wanneer u de spalk niet meer gebruikt. Dit is ongeveer 8 weken na de operatie.
  • Als u pijn heeft, kunt u paracetamol slikken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 1.000 mg. Als het nodig is, krijgt u een recept voor extra pijnstilling.

  • Draag het eerste jaar na de operatie een spalk tijdens het sporten.
  • Vermijd de eerste 6 maanden na de operatie contactsporten en vechtsporten
  • Gebruik uw vinger de eerste 6 maanden na de operatie niet intensief. U gebruikt uw vinger intensief bij bijvoorbeeld klussen of tuinieren.

Controles


  • Na 3 tot 7 dagen wordt het gips verwijderd. Dat gebeurt op de polikliniek Plastische chirurgie, of bij de handtherapeut (zie ‘Handtherapie’ hieronder).
  • Na 10 tot 14 dagen komt u naar de polikliniek Plastische chirurgie. Dan halen we uw hechtingen eruit.
  • Na 3 maanden komt u voor controle naar de polikliniek Plastische chirurgie. Dan kijken we hoe het gaat met de pijn en de beweging van uw vinger.

Het resultaat


Na de operatie heeft u een litteken bij uw knokkel.

Litteken
Afbeelding 3. Het litteken na de operatie

U herstelt in ongeveer 3 tot 6 maanden.

Na de operatie:
  • Heeft u minder pijn aan uw vinger.
  • Kan uw vinger nog steeds buigen en strekken.
  • Kan uw vinger minder goed bewegen dan voor de operatie.
  • Kunt u minder kracht zetten met uw vinger dan voor de operatie.
Om uw kracht en beweging zo goed mogelijk terug te krijgen, heeft u een nabehandeling bij een handtherapeut nodig (zie ‘Handtherapie’ hieronder).

Handtherapie


Na de operatie heeft u een nabehandeling nodig. Hiervoor gaat u naar een handtherapeut. U krijgt van uw arts een verwijzing. Uw arts bepaalt wanneer u start bij de handtherapeut. Meestal is dit ongeveer 5 dagen na de operatie.

U krijgt een buddy spalk of een spalk die u af en aan kunt doen. De spalk geeft bescherming aan uw vinger.

Over de handtherapie
De handtherapie bestaat uit oefentherapie en spalktherapie.

De handtherapie zorgt dat:
  • Uw knokkel minder dik wordt.
  • Uw vinger beter kan bewegen.
  • U steeds meer kunt doen met uw vinger.
Hoe lang handtherapie?
In het begin gaat u 1 keer per week naar de handtherapeut. In totaal duurt de behandeling 2 tot 3 maanden. Het kan zijn dat u korter of langer de tijd nodig heeft.

Vergoeding
De vergoeding van handtherapie valt onder fysiotherapie. Dit wordt vaak vergoed in een aanvullende verzekering. Vraag bij uw zorgverzekeraar en handtherapeut naar de vergoeding.

Bijwerkingen en complicaties


  • Uw vinger kan stijf gaan voelen. Dit komt doordat u uw vinger minder goed kunt bewegen dan voor de operatie.
  • U kunt een wondinfectie krijgen.
  • Uw wond kan gaan nabloeden.
  • Uw litteken en het gebied eromheen kunnen gevoelig zijn als u dit aanraakt of erop drukt. Het litteken kan hard aanvoelen. Deze klachten gaan vaak na een paar weken tot maanden weg.
  • Soms ontstaat er nieuw bot rond de prothese. Daardoor kan uw vinger stijf worden.
  • De prothese kan na een langere periode breken of los gaan zitten. Als dit gebeurt, opereren we u opnieuw.
  • Heel soms kunnen we de prothese niet plaatsen. Dit kan komen doordat er te weinig bot is.
  • Uw wond kan rood, dik, glanzend, stijf, pijnlijk en gevoelig voor kou worden. Deze klachten zijn tijdelijk. Dit komt bijna nooit voor.
Heeft u vragen over de bijwerkingen en complicaties? Neem dan contact op met uw arts.

Wanneer contact opnemen?

Neem bij de volgende klachten contact op met de polikliniek Plastische chirurgie:
  • koorts
  • veel pijn
  • pijn die steeds erger wordt
  • zwelling of roodheid rond het litteken


Contact

Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op. We zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren.
  • Polikliniek Plastische chirurgie (010) 704 01 37
  • Secretariaat Plastische chirurgie (010) 703 46 38
Voor spoedgevallen in het weekend en na kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp: (010) 704 0704