Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Lumbaalpunctie (ruggenprik)

Met een lumbaalpunctie (ruggenprik) halen we met een naald wat hersenvocht (liquor) weg uit de ruimte onder het ruggenmerg voor onderzoek. Het ruggenmerg kan daardoor niet geraakt of beschadigd worden.

Download PDF

onderniet

Voorbereiding

Wat vertelt u uw kind?
Het is belangrijk dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert. Uw kind kan zich zo voorbereiden op wat hem te wachten staat. Verderop staat voor kinderen op een eenvoudige manier beschreven wat een lumbaalpunctie is. U kunt deze tekst samen met uw kind lezen of uw kind het zelf laten lezen. De inhoud is gebaseerd op veel gestelde vragen van kinderen.

Een deel van de voorbereiding van uw kind gebeurt in het ziekenhuis, maar het belangrijkste deel gebeurt thuis. Daar stellen kinderen hun vragen. Wij hechten daarom veel waarde aan het informeren van ouders. U weet meer van uw kind dan wie ook. Daarom bent u het beste in staat om de informatie over te brengen, uw kind te begeleiden en vragen van uw kind te beantwoorden. Ieder kind is uniek. Daarom is ook de voorbereiding per kind verschillend. Ieder kind gaat anders om met angst, spanning of pijn. Het is voor de behandeling van uw kind belangrijk dat zorgverleners weten wat specifieke gedragingen of gewoonten zijn van uw kind. Wij vinden het prettig als u dit met ons bespreekt. Uitgangspunt bij een goede voorbereiding is dat uw kind zich straks zoveel mogelijk op zijn gemak voelt bij ons.

Tips
  • zorg dat u zelf goed op de hoogte bent van wat er gaat gebeuren
  • neem rustig de tijd
  • vraag uw kind wat hij al weet en nog wil weten
  • bereid uw kind niet vlak voor het slapen gaan voor
  • beantwoord vragen eerlijk. Draai er niet omheen, maar maak het ook niet zwaarder dan het is
  • bespreek hoe u hem het beste kunt ondersteunen bij angst of pijn. Waarmee kunt u hem helpen?
  • laat uw kind de informatie eens zelf vertellen aan u of anderen
  • schrijf onbeantwoorde vragen op, zodat u deze later samen aan iemand in het ziekenhuis kunt stellen

Over het onderzoek


Het onderzoek vindt plaats op de kliniek (neurologie) of dagbehandeling. Krijgt uw kind de lumbaalpunctie samen met een ander onderzoek of ingreep onder algehele anesthesie (narcose), dan gebeurt de punctie op de operatiekamer.

Verloop van het onderzoek (zonder anesthesie)

Lumbaalpunctie

Tijdens het onderzoek vertelt de verpleegkundige of de arts steeds aan uw kind wat er gebeurt. Van tevoren brengen wij bij uw kind een verdovende zalf (EMLA) aan op de plek waar de arts gaat prikken. Sommige kinderen krijgen van tevoren ook een medicijn om slaperig te worden. Dit is geen anesthesie.

Wij vragen uw kind de bovenkleding uit te doen, zodat de rug bloot is, en op de zij te gaan liggen. Het is belangrijk dat uw kind de knieën zo ver mogelijk optrekt en de kin naar de borst brengt, zodat de rug goed rond is. Hierdoor wijken de ruggenwervels uiteen en ontstaat er meer ruimte om te prikken.

De verpleegkundige houdt uw kind stevig vast. Het is zeer belangrijk dat uw kind goed stil ligt en niet beweegt op het moment van de prik. Bereid uw kind hierop voor. De arts trekt steriele handschoenen aan en maakt de plek voor de punctie 2 keer met alcohol schoon. Dit voelt wat koud aan. Vervolgens prikt de arts met een naald tussen 2 wervels in de onderrug en wacht totdat het hersenvocht afloopt. De prik zelf kan pijnlijk zijn. Tijdens het aflopen van het vocht doet het geen pijn meer. Wij vangen het hersenvocht in buisjes op voor laboratoriumonderzoek. De verpleegkundige dekt de plek van de punctie af met gaas en een pleister. Soms nemen we hierna ook nog bloed af.


Hoe steunt u uw kind?

Ook tijdens de lumbaalpunctie kunt u uw kind helpen. Bijvoorbeeld door uw kind af te leiden en te laten ontspannen. Hieronder staan enkele tips:
  • Uw kind voelt zich beter door uw aanwezigheid of de aanwezigheid van een ander vertrouwd persoon.
  • Zoek lichamelijk contact (hand vasthouden, masseren, met een vinger op de huid tekenen, kriebelen, blazen op de huid) of doe iets verzorgends zoals haren kammen.
  • Vestig de aandacht op de ademhaling: adem samen diep in door de neus, tot 3 tellen en dan de adem weer uitblazen.
  • Zingen of muziek meenemen.
  • Tellen of alfabet opzeggen.
  • Foto’s bekijken: van thuis, vertrouwde personen, dieren en dingen.

Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt 15 tot 30 minuten.

Na het onderzoek

  • Als uw kind medicatie heeft gehad, is hij nog enige tijd slaperig.
  • Het is belangrijk dat uw kind de eerste 2 uur na het onderzoek zo veel mogelijk plat in bed blijft liggen. Dit voorkomt vaak hoofdpijn of flauwvallen.
  • Uw kind mag pas eten en drinken als hij goed wakker is.

Bijwerkingen en complicaties


De volgende complicaties zijn mogelijk:
  • De punctieplaats kan een beetje pijn doen.
  • Uw kind kan hoofdpijn krijgen. Dit kan 1 tot enkele dagen duren. Uw kind mag hiervoor een pijnstiller nemen in overleg met de arts. De arts kan ook adviseren dat uw kind een tijdje moet blijven liggen.

Wanneer contact opnemen?

Neem contact met ons op als:
  • uw kind koorts heeft
  • uit de punctieplaats helder vocht lekt ( neemt contact op met de dagbehandeling of de kliniek, afhankelijk waar uw kind is geweest)

De uitslag

De uitslag van het onderzoek volgt niet meteen na de lumbaalpunctie, maar hoort u enkele weken later van de behandelend arts op de polikliniek.


Informatie voor kinderen


Je krijgt een lumbaalpunctie in het ziekenhuis. We noemen dit ook wel een ruggenprik. Wij leggen je graag uit wat dit is.

Hersenvocht

Je lichaam is een ingewikkelde machine. Het bestaat uit veel verschillende onderdelen. Botten, spieren en organen. Maar ook vloeistof, zoals bloed en hersenvocht. Wanneer de dokter meer wil weten over hoe je lichaam werkt, neemt hij vaak een beetje bloed af. Soms is het nodig om ook wat hersenvocht te onderzoeken. In dat vocht kijken we naar stofjes die met de werking van je hersenen te maken hebben. Zo kunnen we zien of het goed gaat met je hersenen.

Je zou misschien denken dat hersenvocht alleen in je hersenen zit, maar het zit ook rond je ruggenmerg. Het ruggenmerg zijn de zenuwen die door je ruggengraat heen naar beneden toelopen, naar je stuitje toe.

Hoe gaat de punctie?

De dokter en de verpleegkundige vertellen steeds wat ze gaan doen. Je vader of moeder mag steeds bij je blijven.

Op de prikplek krijg je EMLA zalf. Deze zalf verdooft je huid, zodat je de prik minder voelt. Soms krijg je een medicijn waar je een beetje slaperig van wordt. De dokter of verpleegkundige vraagt je om op je zij te gaan liggen en je benen zo ver mogelijk op te trekken. Door je kin nu naar je borst te brengen, gaat je rug mooi bol staan. Je huid wordt schoongemaakt met alcohol. Dit voelt een beetje koud aan. Voor de prik is het belangrijk dat je heel stil blijft liggen. Je voelt de prik wel, maar de pijn is snel weer weg. Na de prik blijf je liggen, totdat de arts genoeg vocht heeft. Daarna krijg je een pleister op je rug en ben je klaar. Soms neemt de arts ook nog een beetje bloed af.

Na de punctie moet je een paar uur plat op je rug blijven liggen. Je kunt hoofdpijn krijgen. Als dit bij jou zo is, krijg je hiervoor medicijnen.

Wat kun je zelf doen?

Als je het prikken eng vindt, kun je een liedje zingen, naar muziek luisteren, tellen, het alfabet opzeggen, aan iets leuks denken, in de hand van je vader of moeder knijpen, leuke foto’s bekijken. Nog een tip, als je rustig bent, voel je er het minst van. Adem diep in door je neus en blaas rustig weer uit door je mond.

Heb je nog vragen?

Als je nog iets wilt weten, vraag het dan gewoon aan de dokter of de verpleegkundige. Zij leggen het graag nog een keer aan je uit.

Bronvermelding: de 1e 2 alinea’s kinderinformatie zijn afkomstig van het Wilhelmina Kinderziekenhuis