Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Huidafwijkingen na orgaantransplantatie

Als er bij u een orgaan getransplanteerd is, gebruikt u vaak medicijnen om afstoting van het nieuwe orgaan te voorkomen. Deze medicijnen noemen we ook wel afweeronderdrukkende medicijnen (of immuunsuppressieve medicatie). Deze medicijnen verminderen de natuurlijke afweer van het lichaam. U bent daardoor kwetsbaarder voor infecties en kwaadaardige afwijkingen van de huid. Hieronder beschrijven we met welke huidproblemen u te maken kunt krijgen.

Download PDF

Virusinfecties


Wratten

Wratten worden veroorzaakt door een infectie met het HPV-virus (het wratvirus). Deze wratten zien er uit als bloemkoolachtige, verharde uitgroeisels. Iedereen kan ze hebben, maar vooral door het gebruik van afweeronderdrukkende medicijnen kunnen ze op het hele lichaam in grote aantallen voorkomen.

Behandeling
Wratten kunnen behandeld worden door bevriezing met stikstof of met een zalf die de wratten week maakt. De wratten kunnen hardnekkig zijn. Vaak reageren ze niet goed op een behandeling.

Belangrijk
Wanneer een wrat gaat bloeden, jeuken of verandert van grootte of kleur, moet u de wrat laten controleren door een arts of verpleegkundig specialist. Die kan beoordelen of de wrat kwaadaardig is.

Waterwratten

Een ander soort wrat is het waterwratje. Dit type wrat heeft een kuiltje in het midden en wordt veroorzaakt door een ander virus dan het wratvirus. Waterwratjes kunnen worden uitgelepeld, bevroren met stikstof of aangestipt met een wrattencollodium.

Koortsblaasjes

Koortsblaasjes (herpes) zijn het gevolg van een infectie met het herpes-simplexvirus. Het veroorzaakt blaasjes (en later open plekjes) die pijnlijk kunnen zijn. Ze komen voor op of rond de lippen, of ergens anders op het lichaam. Ze kunnen zich ook voordoen op het slijmvlies in de mond of van de geslachtsorganen. Koortsblaasjes kunnen worden behandeld met crème of tabletten. Als u dit eenmaal hebt gehad kan deze infectie vrij gemakkelijk terugkomen.

Gordelroos

Gordelroos zorgt voor blaasjes op een groter gebied dan bij koortsblaasjes. Vaak zit gordelroos op de romp, soms komt het voor in het gezicht. Deze infectie (met het herpeszostervirus) kan langdurig pijn veroorzaken. Als u afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt, is behandeling met tabletten nodig.

Bacteriële infecties

Iedereen kan een bacteriële infectie oplopen. Bij transplantatiepatiënten kan zo’n infectie veel heftiger verlopen. Het veroorzaakt dan onder meer koorts, roodheid, pijn en zwelling. Soms is een behandeling met antibiotica nodig.

Schimmelinfecties

Schimmelinfecties veroorzaken huidschilfers, roodheid en soms blaasjes. Het komt vooral voor tussen de tenen, op de voeten en in de liezen. Een schimmelinfectie kunnen we behandelen met een crème of tabletten.

Gistinfecties

Gistinfecties veroorzaken smetplekken in de huidplooien. Bijvoorbeeld in de oksels of de liezen of onder de borsten. Ook komt de infectie voor in de mond en op de geslachtsorganen. Een gistinfectie kunnen we behandelen met een crème of met tabletten. In de huidplooien gebruiken we vaak een indrogende crème of zalf.

Belangrijk
Gebruik medicijnen tegen infecties altijd in overleg met uw transplantatie-arts. Sommige medicijnen hebben invloed op de medicijnen tegen afstoting. Mogelijk moeten we de medicijnspiegel in uw bloed vaker controleren, zodat we de hoeveelheid medicijnen tegen afstoting kunnen aanpassen.

Huidkanker

Door zonlicht of veroudering kunnen kwaadaardige huidgezwellen (huidkanker) ontstaan. De afweerreactie van het lichaam remt normaal gesproken de groei van huidkanker af. De medicijnen van transplantatiepatiënten verminderen deze afweerreactie. Daardoor is het risico op huidkanker groter.

De volgende veranderingen van de huid kunnen optreden:

  • De zon kan plekken met abnormale verhoorning veroorzaken op plaatsen die niet door kleding bedekt zijn. Deze plekjes voelen aan als schuurpapier. Dit is nog geen huidkanker, maar kan het wel worden. Dit wordt zonneschade of actinische keratose genoemd. Meestal is behandeling met stikstof of met een crème nodig.
  • Bij huidkanker zijn er vaak plekjes die dikker aanvoelen. Soms is er sprake van zweervorming (ulceratie). Wondjes die niet genezen, of pijnlijke plekken op de huid kunnen wijzen op kwaadaardigheid. De meeste van deze plekjes zijn goed te behandelen. Ga met dit soort plekken op tijd naar de arts of verpleegkundig specialist. U kunt hiervoor laagdrempelig een afspraak maken op de polikliniek dermatologie.

Leefregels


Transplantatiepatiënten zijn extra gevoelig voor huidkanker. Daarom geven we u hieronder adviezen om het ontstaan van huidkanker te voorkomen en om tijdig huidkanker te signaleren.

Zonnen

  • Stel uzelf niet te veel bloot aan zonlicht, ga niet zonnen.
  • Wees vooral voorzichtig in zonnige landen, aan zee, op het water en in de bergen.
  • Draag een hoed of pet en een goede zonnebril. Dit zorgt ervoor dat het zonlicht zo weinig mogelijk op uw gezicht, ogen, oren en nek komt. Houd ook uw armen en benen bedekt.
  • In sportwinkels en online kunt u dichtgeweven kleding kopen dat meer UV-straling tegenhoudt dan gewone kleding.

Zonnebrandcrème

  • Maak er een dagelijkse routine van om u zich op zonnige dagen ‘s morgens direct in te smeren met een zonnebrandmiddel. Herhaal dit meerdere keren bij blootstelling aan de zon. Smeer alle lichaamsdelen in die bloot staan aan zonlicht. Vergeet uw oren en de bovenkant van uw handen niet. Voor mensen die kaal of dun behaard zijn, is het goed om de hoofdhuid ook in te smeren.
  • Gebruik een zonnebrandmiddel met een beschermingsfactor (SPF) die past bij uw huidtype (zie ook www.huidinfo.nl, folder ‘zon & huid’). Het algemene advies is om SPF 30 of hoger te gebruiken.
  • Als u gaat zwemmen, kunt u een ‘waterproof’-zonnebrandmiddel gebruiken. Maar smeer u direct na het zwemmen weer opnieuw in. Ook kunt u gebruikmaken van UV-werende (zwem)kleding.
Controle

Controleer regelmatig, bijvoorbeeld 1 keer per maand, uw hele lichaam op huidafwijkinge. Heeft u te maken gehad met huidkanker? Dan is het belangrijk dat de dermatoloog of verpleegkundig specialist uw huid regelmatig controleert.

Wanneer contact opnemen?

Als u afwijkende plekjes op de huid vindt, maak dan een afspraak bij de huisarts om de huid te laten bekijken. Uw huisarts weet welke actie ondernomen moet worden en kan u eventueel verwijzen naar een dermatoloog (huidarts).

Bent u al onder behandeling bij een dermatoloog of verpleegkundig specialist? Maak dan bij nieuwe verdachte plekken laagdrempelig een afspraak om de plekken te laten beoordelen.

Meer informatie

Op de volgende websites kunt u meer informatie vinden over huidziekten:

  • www.kwfkankerbestrijding.nl: onder ‘preventie’ vindt u meer tips over veilig zonnen en UV­werende kleding en kunt u brochures downloaden over dit onderwerp.
  • www.nvdv.nl: klik op ‘huidziekten a­z’ en vervolgens op ‘zon & huid’ voor meer informatie en op ‘patiëntenfolders’ om folders te downloaden over bijvoorbeeld wratten en gordelroos.
  • www.huidarts.com: klik op ‘huidaandoeningen’ om meer informatie te vinden over dit onderwerp.
  • www.huidziekten.nl: onder ‘patiëntenfolders’ vindt u folders over verschillende huidaandoeningen.

Heeft u nog vragen?

Als u nog vragen heeft, kunt u die stellen tijdens het volgende bezoek aan uw arts of verpleegkundig specialist. U kunt ook de polikliniek dermatologie bellen en vragen om een telefonische afspraak bij uw behandelaar.

Polikliniek dermatologie (010) 704 01 10 (08.00 - 16.30 uur)




Bronvermelding: de inhoud van deze folder is, met toestemming, mede ontleend aan informatie uit het UMC Groningen.