Omdat u veel klachten heeft, gaan we uw eerder geplaatste heupprothese geheel of gedeeltelijk vervangen door een nieuwe prothese. De operatie die hiervoor nodig is, is veel groter dan uw eerste heupoperatie. Het heupgewricht
In een gezonde heup zijn de lagen kraakbeen samen ongeveer een halve centimeter dik en vrij gelijkmatig verdeeld. De dijbeenkop wordt in de heupkom op zijn plaats gehouden door sterke gewrichtsbanden, die het hele gewricht bedekken. Dit wordt het gewrichtskapsel genoemd. Het heupgewricht is dankzij de spieren en pezen er omheen een zeer sterk, soepel en stabiel gewricht. De spieren zorgen er bovendien voor dat het gewricht kan bewegen.
Slijtage van het heupgewricht
Bij overbelasting en het ouder worden, vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Het kraakbeen wordt onregelmatig, verliest zijn gladheid en de laag kraakbeen wordt dunner. Dit is slijtage, of in medische termen: artrose. Omdat uw heupgewricht ernstig versleten of beschadigd was, kreeg u in het verleden een heupprothese. Hierbij zijn de versleten heupkom en de dijbeenkop vervangen door een prothese.
Wat is een revisie van de totale heupprothese
Omdat uw heupprothese voor veel klachten zorgt, is opnieuw een operatie nodig. Hierbij verwijderen we de heupprothese en plaatsen we een nieuwe prothese of een gedeelte daarvan. Dit noemen we 'revisie van de heupprothese'.
Voorbereiding
Wat neemt u mee?
- Toiletspullen.
- Nachtgoed, ondergoed, een ochtendjas of vest en makkelijk zittende kleding.
- Schoenen met een platte stevige hak (maximaal vier centimeter) of sportschoenen. Slippers of pantoffels geven onvoldoende steun en u kunt erop uitglijden.
- De medicijnen die u de laatste maand heeft gebruikt, in de originele verpakking.
- Uw verzekeringspapieren en een geldig legitimatiebewijs.
- Als u na de operatie krukken nodig heeft, neemt u die mee naar de kliniek.
Let op: laat waardevolle bezittingen thuis (geld, sieraden en dure apparatuur).
Contactpersoon
We vinden het prettig als u iemand uit uw familie of kennissenkring aanwijst die het contact met het ziekenhuis onderhoudt. Deze contactpersoon kan ons altijd bellen om te horen hoe het met u gaat. Op de dag van operatie bellen wij uw contactpersoon zodra u terug bent op uw kamer.
De avond voor de operatie
- De avond voor de operatie begint u u met het injecteren van Fraxiparine. Dit is een medicijn om de kans op trombose zo klein mogelijk te houden. De verpleegkundige heeft u hiervoor al instructies gegeven tijdens het preoperatieve spreekuur. De Fraxiparine blijft u gebruiken tot 6 weken na de operatie. Hierover is aparte informatie beschikbaar 'Het toedienen van fraxiparineinjecties'.
- Vanaf 24.00 uur moet u nuchter blijven: u mag niet meer eten, drinken en roken.
- We ontharen de plek waar u wordt geopereerd. U mag dit niet thuis doen omdat ontharen soms wondjes veroorzaakt die kunnen infecteren.
Over de operatie
Voor de operatie
U mag geen crèmes, make-up of nagellak meer opdoen. Sieraden en horloges moet u afdoen. Ook mag u geen contactlenzen of gebitsprothese dragen. U krijgt een operatiejas aan en een operatiemuts op. Als de anesthesioloog dat heeft voorgeschreven, krijgt u een tablet als voorbereiding op de operatie. Hierna blijft u in bed en wordt u met uw bed naar de wachtruimte van de operatieafdeling gebracht. Hier krijgt u eerst een infuus. Daarna geeft de anesthesioloog u de verdoving en wordt u in de operatiekamer op de operatietafel gelegd.
Wat we gaan doen
In het kort komt het erop neer dat we de heupprothese geheel of gedeeltelijk verwijderen. We passen het bot aan waarin de prothese was bevestigd en werken we het bij, zodat we de nieuwe prothese kunnen plaatsen. Voor het opvullen van eventuele gaatjes en scheurtjes in het bot gebruiken we bot uit uw eigen bekkenkam of bot van een donor. Daarna plaatst de orthopedisch chirurg de nieuwe prothese.
In het operatiegebied laten we één of twee slangetjes achter (drains) waardoor het wondvocht kan aflopen naar een fles. Om zwelling te voorkomen, brengen we na het sluiten van de wond een 'spicacoxae' (dik drukverband) aan om uw middel en heup. De operatie duurt in totaal ongeveer 3 tot 4 uur.
Na de operatie
U wordt wakker op de uitslaapkamer. We houden hier uw lichamelijke toestand goed in de gaten. Regelmatig controleren we uw bloeddruk, polsslag en ademhaling. Na ongeveer 3 uur, als u goed bent bijgekomen, gaat u terug naar u w kamer. Als dat nodig is, wordt u één nacht opgenomen op de PACU (Post Anesthesia Care Unit), waar de anesthesioloog u goed in de gaten kan houden.
Als u terug bent op de PACU- of uw kamer belt de verpleegkundige uw contactpersoon.
- U heeft een infuus voor de toediening van vocht. Het infuus blijft zitten totdat u weer goed kunt eten en drinken en u geen medicijnen meer nodig heeft via het infuus. De drain wordt in principe na 24 uur verwijderd.
- De verpleegkundige controleert regelmatig uw infuus, de drain en het wondverband. Ook uw pols en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd.
- Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. Als u wel misselijk bent, kan de verpleegkundige u medicijnen geven om de misselijkheid te onderdrukken.
- De anesthesioloog spreekt medicijnen af tegen de pijn. De verpleegkundige vraagt u regelmatig hoe het met uw pijn is. U kunt dit aangeven met een cijfer van 0 tot 10. 0 wil zeggen dat u geen pijn heeft en 10 is de ergst denkbare pijn.
- Heeft u pijn, waarschuwt u dan de verpleegkundige.
- Ook als u pijn krijgt op een andere plaats dan het operatiegebied moet u dit melden aan de verpleegkundige en de dienstdoend arts.
Nabehandeling
De nabehandeling bestaat uit:
- ofwel gedeeltelijk belast bewegen
- ofwel 3 tot 6 weken volledige bedrust.
Nabehandeling bij gedeeltelijk belast bewegen
Dag 1 na de operatie
Vandaag begint u met revalideren. De verpleging helpt u met wassen en aankleden en het aantrekken van makkelijk zittende kleding. Nadat u gewassen bent, wordt er bloed afgenomen om de hoeveelheid hemoglobine in uw bloed te meten (controleren van het bloedverlies).
- Rond 9.30 uur komt de pijnconsulente langs om de pijn te controleren en de pijnmedicatie eventueel aan te passen.
- Rond 10.00 uur wordt u bezocht door de fysiotherapeut.
- De fysiotherapeut onderzoekt of u de geopereerde heup al kunt bewegen en u krijgt oefeningen die u op bed zelfstandig moet uitvoeren. Ook herhaalt de fysiotherapeut de voor u geldende leefregels nog eens. U wordt uit bed geholpen en leert om oefeningen te doen terwijl u op een stoel zit.
- In de ochtend verwijdert de verpleging de drain en wordt bij het specialisme Radiologie een controlefoto gemaakt.
- Rond 13.00 uur komt de fysiotherapeut terug voor meer oefeningen. U leert al een paar passen te lopen.
- 's Avonds helpt de verpleegkundige u na het bezoekuur uit bed. U oefent het belasten van uw heup en het buigen van uw knie en zet weer een paar stappen.
Dag 2 na de operatie
De verpleegkundige helpt u uit bed, brengt u naar de wastafel en helpt u met wassen. U trekt makkelijk zittende kleding aan.
- Vandaag begint de looptraining. Meestal vindt deze training 's ochtends plaats in de oefenzaal van de fysiotherapie. Een medewerker van het patiëntenvervoer brengt u in een rolstoel naar de oefenzaal en haalt u ook weer op.
- Gaat u niet naar de oefenzaal, dan vindt de looptraining plaats op uw kamer. Na de operatie mag u volledig belasten, maar wel met behulp van een loophulpmiddel. De fysiotherapeut ondersteunt u daarbij. Ook worden de oefeningen in de stoel herhaald.
- In de middag en avond helpt de verpleegkundige u uit bed en kunt u onder begeleiding van de verpleegkundige oefenen met het lopen.
Dag 3 na de operatie
- Als de arts het nodig vindt, wordt het hemoglobinegehalte in uw bloed nogmaals gecontroleerd.
- U gaat weer naar de oefenzaal of de fysiotherapeut komt bij u langs op uw kamer. De fysiotherapeut neemt alle oefeningen nog een keer met u door.
- Als u thuis trappen heeft, leert u ook traplopen.
- Het is belangrijk de oefeningen ook te blijven doen als u weer thuis bent. Zo zorgt u dat uw spieren weer sterk worden.
- Na het bezoek van de fysiotherapeut kunt u zelfstandig bewegen met behulp van het loophulpmiddel.
- U mag zelfstandig de looptraining toepassen om naar het toilet te gaan.
- Om overbelasting van de geopereerde heup te voorkomen, adviseren wij u om niet te overdrijven: loop alleen om naar het toilet te gaan en voor uw persoonlijke verzorging. Maak geen ‘pleziertochtjes’.
- Vandaag bekijken we of het voor dag 4 na de operatie geplande ontslag kan doorgaan. Mag u met ontslag, dan heeft u in de loop van de middag een ontslaggesprek met de verpleegkundige van uw kamer. Tijdens dit gesprek bespreekt de verpleegkundige onder andere de leefregels met u, zodat u goed voorbereid met ontslag gaat.
Dag 4 na de operatie
- We verwijderen het drukverband en inspecteren de wond. De hechtingen mogen op de 14e dag na de operatie door de huisarts worden verwijderd worden. De wond mag niet nat worden tot de hechtingen eruit zijn.
- Als de fysiotherapeut het nodig vindt, krijgt u nogmaals looptraining. Nadat de fysiotherapeut bij u is langs geweest, gaat u rond 9.30/ 10.00 uur met ontslag.
- Van het verplegend personeel krijgt u de ontslagpapieren, recepten en de nodige uitleg. Ook krijgt u een afspraak mee voor controle door de orthopedisch chirurg op de polikliniek, ongeveer 6 weken na de operatie.
Oefenprogramma totale heupprothese
1. Voeten bewegen (ten minste ieder uur 10 keer) | 2. Bovenbeenspieren aanspannen (ieder uur 10 keer 10 seconden) |
Beweeg uw voeten op en neer. Het been blijft gestrekt liggen en beweegt niet meer.
| Leg uw been gestrekt neer en span daarbij de bovenbeenspieren aan door de knieholte naar beneden te drukken. |
 |  |
3. Bilspieren aanspannen (ieder uur 10 keer 10 seconden)
| 4. Staand knie heffen tot 90° (3 keer daags 10 herhalingen) |
Ga zoveel mogelijk gestrekt liggen. Knijp de bilspieren samen.
| Hef de knie van het geopereerde been voorwaarts tot 90°. Probeer alleen het been te bewegen. De rug blijft recht.
|
 | 
|
5. Staand been zijwaarts heffen (3 keer daags 10 herhalingen)
| 6. Staand been naar achter strekken (3 keer daags 10 herhalingen) |
 |  |
Nabehandeling bij bedrust
Dag 1 na de operatie
- De verpleging helpt u met wassen en aankleden op bed.
- Er wordt bloed bij u afgenomen om het hemoglobine te meten (controleren van het bloedverlies).
- Rond 9.30 uur komt de pijnconsulent langs om de pijn en de pijnmedicatie te controleren en eventueel aan te passen.
- Rond 10.00 uur wordt u bezocht door de fysiotherapeut. De fysiotherapeut onderzoekt of u de geopereerde heup al kunt bewegen en u krijgt oefeningen die u op bed zelfstandig moet uitvoeren. Ook herhaalt de fysiotherapeut de voor u geldende leefregels nog eens.
- In de ochtend verwijdert de verpleging de drain en er wordt bij het specialisme Radiologie een controlefoto gemaakt.
Dag 2 na de operatie
- De verpleegkundige helpt u met wassen en aankleden op bed.
- De fysiotherapeut komt langs om samen met u de oefeningen van gisteren te herhalen.
Dag 3 na de operatie
- Als de arts het nodig vindt,wordt het hemoglobinegehalte in uw bloed nogmaals gecontroleerd.
- Vandaag bekijken we of het voor dag 4 na de operatie geplande ontslag kan doorgaan. Mag u met ontslag, dan heeft u in de loop van de middag een ontslaggesprek met de verpleegkundige van uw kamer. Tijdens dit gesprek bespreekt de verpleegkundige onder andere de leefregels met u, zodat u goed voorbereid met ontslag gaat.
Dag 4 na de operatie
- We verwijderen het drukverband en inspecteren de wond. De hechtingen mogen op de 14e dag na de operatie verwijderd worden door de huisarts. De wond mag niet nat worden tot de hechtingen zijn verwijderd.
- Als de fysiotherapeut het nodig vindt, krijgt u nogmaals looptraining. Nadat de fysiotherapeut bij u is langs geweest, gaat u rond 9.30/ 10.00 uur met ontslag.
- Van het verplegend personeel krijgt u de ontslagpapieren, recepten en de nodige uitleg. Ook krijgt u een afspraak mee voor controle door de orthopedisch chirurg op de polikliniek, ongeveer 6 weken na de operatie.
Leefregels en adviezen voor de eerste 3 maanden na de operatie
Om trombose te voorkomen, gebruikt u de Fraxiparine-injecties tot 6 weken na de operatie.
Bij bepaalde bewegingen en houdingen bestaat het risico dat de heup uit de kom schiet (= luxeren). Om dit te voorkomen hebben we een aantal adviezen voor u op een rij gezet.
U mag de eerste drie maanden
niet:
- fietsen in het verkeer (u mag wel eerder fietsen op een hometrainer maar alleen in overleg met uw fysiotherapeut)
- autorijden, u mag wel als passagier meerijden:
- Zet voor het instappen de autostoel en rugleuning zover mogelijk naar achteren.
- Ga zijwaarts op de zitting zitten en draai de benen bij.
- Draai bij het uitstappen eerst beide benen uit de auto, ga vervolgens zijwaarts op de zitting zitten en sta daarna pas op.
- sporten (bespreek met de orthopedisch chirurg wanneer u mag beginnen met sporten en welke sporten geschikt zijn).
Algemeen
- Het is belangrijk dat u uw lichamelijke grenzen kent en herkent. Aan de volgende tekenen merkt u de eerste weken dat u te ver gaat: vermoeidheid, toenemende pijn en zwelling van de heup en het been.
- Probeer inspanning en ontspanning (= uitrusten) zoveel mogelijk af te wisselen. Ga niet door totdat u echt niet meer kunt, de herstelperiode zal dan veel langer duren. Bedenk dat de reactie (pijn, zwelling) meestal een dag later komt.
- Zorg er voor dat de heup niet verder buigt dan 90°.
- Buk niet tijdens de eerste 3 maanden na de operatie, zo voorkomt u dat uw heup te veel buigt.
- Trek uw knie niet op. Zet bijvoorbeeld uw voet niet op een stoel om uw kousen of schoenen aan te trekken.
- De eerste 3 maanden na de operatie mag u uw geopereerde been niet naar binnen draaien met de voet naar buiten.
- Zorg dat u niet ver hoeft te reiken, zet liever een extra stap of zet spullen dichterbij.
- Als u wilt omdraaien, maak dan met het geopereerde been kleine pasjes naar buiten toe (het geopereerde been bevindt zich in de 'buitenbocht').
Liggen
- Uw bed moet de juiste hoogte hebben. Plaats de eerste maanden uw bed op klossen of gebruik een extra matras. Let erop dat u de heup niet te diep hoeft te buigen bij het opstaan.
- Slaap de eerste 3 maanden op uw rug. Als u op uw zij slaapt, ligt u meestal met opgetrokken benen. De heup buigt dan meer dan 90°, waardoor de heup uit de kom kan schieten.
- Na 3 maanden mag u op de zij slapen. Een kussen tussen uw knieën voorkomt dat uw been naar binnen draait.
Zitten
- Ga zitten in een (stevige) stoel met armleuningen. Zorg ervoor dat u niet diep wegzakt in een bank of fauteuil.
- Een standaard toilet is vaak te laag. U kunt bij de thuiszorgwinkel een toiletverhoger halen.
- Als u wilt gaan zitten of opstaan, zet dan uw geopereerde been naar voren. Uw niet-geopereerde been plaatst u onder de stoel en met de handen steunt u op de armleuningen.
- Ga altijd zitten met de benen licht gespreid, ga niet met de benen over elkaar zitten.
Lichamelijke verzorging
- Was uzelf zittend aan de wastafel.
- Nadat de hechtingen verwijderd zijn, mag u douchen. Het is veiliger om zittend te douchen. Hierbij kunt u eventueel een stevige (plastic) tuinstoel gebruiken. Ook kunt u kosteloos een douchestoel lenen via de Zorgwinkel van het Erasmus MC.
- De eerste 3 maanden kunt u beter niet in bad gaan. U moet uw benen te hoog optillen om in en uit het bad te stappen, waarbij de heup verder buigt dan 90°.
- Voorkom uitglijden. Leg eventueel een antislipmat neer.
- Vraag hulp bij het wassen van uw onderbenen en voeten zodat u niet verder dan 90° hoeft te buigen met uw heup.
- Vraag ook hulp bij het aantrekken van kousen en schoenen, of gebruik hulpmiddelen. Bij de Zorgwinkel Erasmus MC kunt u een helping-hand kopen.
- Begin met het aankleden altijd bij het geopereerde been en met het uitkleden bij het niet-geopereerde been.
Huishouden
- Doe huishoudelijk werk zoveel mogelijk zittend en let op dat u daarbij niet teveel buigt.
- Laat zwaardere klussen, zoals stofzuigen, bed verschonen en ramen zemen, aan anderen over.
- Ga niet op trapjes staan.
- Voor het in- en uitladen van de wasmachine (voorlader) moet u teveel bukken. Dat kunt u de eerste 3 maanden beter door iemand anders laten doen.
- Kookt u zelf, neemt u dan voldoende pauzes en verdeel het werk over de dag. Doe het snijwerk zittend aan een tafel. Als het klaarmaken van maaltijden problemen geeft, kunt u ook kiezen voor kant-en-klaar maaltijden.
Fysiotherapie
Eenmaal thuis heeft u nog fysiotherapie nodig. U maakt hiervoor zelf een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt. Een aanvraag en een overdracht voor de behandeling krijgt u van ons mee.
Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht. Zo’n gewricht is altijd kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanning en sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht verkorten. Welke sporten en activiteiten u wel en niet kunt doen, bespreekt u met uw orthopedisch specialist.
Bijwerkingen en complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, treden er soms complicaties op, zoals:
- Infectie van de heupprothese of het gebied er omheen.
- Luxatie: dit betekent dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst gedurende de eerste 3 maanden na de operatie. Houdt u zich daarom goed aan de bewegingsinstructies en zorg ervoor dat u bepaalde bewegingen niet maakt.
- Een enkele keer is na de operatie het ene been wat korter dan het andere. Omdat er voldoende, maar ook weer niet te veel spanning op het heupgewricht moet staan, is dit niet altijd te vermijden. Soms is dan verhoging van de hak van de schoen nodig.
- Loslating van de prothese na langere tijd.
Wanneer contact opnemen?
Neemt u contact op met uw huisarts of de verpleegkundige wanneer:
- De wond rood of dik wordt
- De wond gaat lekken
- U koorts krijgt
- U plotseling meer pijn krijgt
Vragen kunt u altijd stellen aan uw behandelend arts of de verpleegkundige. Zij helpen en adviseren u graag.
Regieverpleegkundige
Binnen 5 werkdagen na uw ontslag neemt de regieverpleegkundige contact met u op. Eventuele vragen kunt u stellen tijdens dit telefoongesprek. Het is handig om vragen op te schrijven en vast klaar te leggen bij de telefoon.
Klachten
Voor zover uw omstandigheden het toelaten, hopen wij dat u een zo prettig mogelijk verblijf heeft in het Erasmus MC. Als u toch niet tevreden bent over uw verzorging of medische behandeling, bespreek dit dan met de verpleegkundige of de dienstdoende arts. Bent u niet tevreden met het resultaat of ziet u er tegenop om uw probleem rechtstreeks te bespreken met de betrokkene of leidinggevende, dan kunt u dit doorgeven bij de receptie van het ziekenhuis. Als u dat wilt, schakelt de medewerker de klachtenfunctionaris in.
Contact
Kliniek orthopedie:
(010) 703 32 46
Polikliniek orthopedie:
(010) 704 01 36 (maandag t/m vrijdag van 8.30 - 17.00 uur)
Uw contactpersoon bereikt ons via (010) 703 33 16.
Zorgwinkel: aan de Zimmermanweg 3 (naast de hoofdingang) vindt u de zorgwinkel van het Erasmus MC. Voor meer informatie (010) 704 11 76 of kijk op
www.zorgwinkelerasmusmc.nl.