Hepatitis B-vaccinatie

Hepatitis B is een ontsteking van de lever. De ontsteking komt door een virus. De meeste mensen merken niet zo veel van de ontsteking. Soms krijgen mensen klachten, zoals:

• geelzucht
• vermoeidheid
• misselijkheid.

Meestal gaat de ontsteking vanzelf weer over. Maar het is ook mogelijk dat het virus in het lichaam achterblijft. Daardoor kan schade aan de lever ontstaan.

Besmetting met hepatitis B

Besmetting vindt op verschillende manieren plaats:

• bloed-bloedcontact
• seksueel contact
• moeder op kind tijdens de geboorte

Waarom wordt u gevaccineerd?

We vaccineren u om een besmetting met hepatitis B te voorkomen. Op de dialyseafdeling werken we veel moet bloed, waardoor het risico op een besmetting hoger is. Vaccinatie kan de kans op besmetting sterk verminderen.

Wanneer wordt u gevaccineerd?

Hoe snel en hoe sterk de afweer op gang komt, verschilt per persoon. Daarnaast neemt het effect van de vaccinatie af als de nierfunctie achteruit gaat. Om er zeker van te zijn dat u een goede afweer heeft tijdens uw traject, vaccineren we u zo vroeg mogelijk. Ook patiënten die kiezen voor buikdialyse of een niertransplantatie worden gevaccineerd.

Hoe werkt de vaccinatie?

Eerst kijken we of u al eerder in contact bent geweest met het hepatitis B-virus. Hiervoor prikken we bloed en kijken we of u antistoffen in uw bloed heeft. Als u geen antistoffen heeft tegen hepatitis B, starten we met vaccineren.

De vaccinatie bestaat uit 4 injecties in totaal. Er zit altijd tijd tussen 2 vaccinaties.

Na de laatste vaccinatie controleren we of er genoeg antistoffen in uw bloed zitten. Daarom nemen we 8 weken na de laatste vaccinatie bloed bij u af. Als u niet genoeg antistoffen heeft, krijgt u nog 2 injecties. Daarna wordt u weer gecontroleerd op antistoffen. Als u dan nog niet genoeg antistoffen heeft, dan hebben de vaccinaties geen effect bij u. Het heeft dan geen zin om het nog een keer te proberen.

Als u dialyseert, nemen we ieder halfjaar bloed af, zodat we de hoeveelheid antistoffen kunnen bepalen. Als u na verloop van tijd te weinig antistoffen in uw bloed heeft, krijgt u daarvoor een ‘booster’. Dit is een extra vaccinatie. Daarna controleren we weer of het aantal antistoffen is gestegen.

Met vragen kunt u terecht bij de nefroloog (of de nefroloog in opleiding), verpleegkundig specialist en de dialyseverpleegkundige.