MRI-onderzoek van het hart

Op tijd aanwezig

Het onderzoek vindt plaats bij het specialisme radiologie. Bij binnenkomst meldt u zich bij de balie van radiologie, Nd gebouw, 5e etage. De balie is op werkdagen geopend vanaf 8.00 uur 's morgens. Houdt u rekening met drukte in de parkeergarage en de loopafstand naar radiologie.

Eten en drinken
Voor het onderzoek van het hart geldt geen dieetvoorschrift. Komt u voor een onderzoek van het hart met adenosine? Dan ontvangt u een aparte informatie brief. Hierin staat wat u niet mag eten en drinken.

Infuus
Wij verwachten dat u ongeveer een half uur eerder dan de afgesproken tijd aanwezig bent, zodat er voldoende tijd is om het onderzoek voor te bereiden. Als dat nodig is, krijgt u een infuus voor de contrastvloeistof (meer hierover staat onder het kopje MRI-contrastvloeistof).

Verhinderd

Bent u verhinderd, neemt u dan minstens 2 dagen voor het onderzoek telefonisch contact op met het planbureau radiologie (zie onder het kopje Contact). Ook als u onverhoopt later bent dan gepland, neemt u contact op met het planbureau. We proberen dan een andere tijd voor u te reserveren, of een afspraak op een andere dag te maken. Hierover krijgt u dan bericht per post.

Wat neemt u mee?

• Uw legitimatie.
• Gegevens over eventuele implantaten. Als u implantaten heeft, bespreek dit dan eerst met uw arts. Lees ook de uitleg onder het kopje ' geen metaal in de MRI-ruimte'.
• Kleding zonder metaal, bijvoorbeeld een pyjama of joggingpak.

Waardevolle bezittingen kunt u beter thuis laten.

MRI-screeningsformulier

Om het MRI-onderzoek veilig te laten verlopen, sturen wij u een vragenlijst (het MRI-screeningsformulier). U vult de vragenlijst thuis in en voordat het onderzoek plaatsvindt, geeft u hem aan de laborant. Heeft u 1 of meer vragen met 'ja' beantwoord? Neem dan direct
telefonisch contact op met de polikliniek radiologie.

Geen metaal in de MRI-ruimte

Magnetische, metalen en elektrische voorwerpen verstoren de MRI. Ze kunnen voor gevaarlijke situaties zorgen en zijn dan ook verboden in de onderzoekskamer. Metaal (sieraden, piercings, bepaalde pleisters en metaal in kleding) kan opwarmen en voor brandwonden zorgen. Bovendien zorgen ze voor verstoringen van het beeld, waardoor een goede diagnose bemoeilijkt wordt. Draag daarom tijdens het onderzoek kleding zonder metaal, zoals een joggingpak of een pyjama en verwijder alle sieraden en piercings.

Dit mag niet mee in de onderzoekskamer:

• Alles wat elektronica bevat (bijvoorbeeld telefoon, tablet).
• Sleutels, munten, losse gebitselementen, hoorapparaat, piercings, (haar)spelden, sieraden,
• Creditcards/(bank)pasjes, parkeerkaart, horloge, aanstekers en dergelijke.
• Schoenen en kleding met metaal (rits, knopen, haakjes, applicaties en anti-diefstallabels).
• Denk eraan dat ook de beugel in een bh van metaal is.

Metaal in of op uw lichaam
Heeft u een pacemaker, ICD, neurostimulator, implantaat, insuline- of pijnpomp, (glucose-)sensor of iets anders van metaal in uw lichaam? Bespreekt u dan met uw behandelend arts of dit veilig in de MRI kan. Dit moet vaak ruim van tevoren worden uitgezocht. Op de dag
van het onderzoek is dat niet mogelijk, waardoor het onderzoek dan niet kan doorgaan. Vragen hierover vindt u ook terug in het MRI-screeningsformulier.

Metaalsplinters in uw ogen
Als de mogelijkheid bestaat dat u metaalsplinters in uw ogen heeft, moeten we daarvan eerst een foto maken. Bespreekt u dit van tevoren met uw behandelend arts.

Claustrofobie

Het onderzoek duurt ongeveer een uur. Al die tijd ligt u heel stil op de MRI-tafel in de MRI-tunnel. De tunnel is aan de voor- en aan de achterkant open. Het deel van uw lichaam dat we scannen, komt in het midden van de tunnel. Als u denkt dat u dit niet kunt volhouden omdat u angstig bent in kleine ruimtes of omdat u veel pijn heeft, bespreekt u dit dan ruim van tevoren met uw behandelend arts.

Fysieke beperking

Heeft u een fysieke beperking en verwacht u dat het onderzoek hierdoor meer tijd en aandacht van ons zal vragen? Meldt dit dan bij het maken van de afspraak. Wij houden hiermee zoveel mogelijk rekening en plannen als dat nodig is extra tijd in voor het onderzoek.

MRI-contrastvloeistof

De radioloog bekijkt of er bij u contrastvloeistof nodig is. Wanneer dat nodig is, brengen we een infuus in uw arm voor de contrastvloeistof. De contrastvloeistof zorgt ervoor dat we uw bloedvaten en verschillen tussen weefsels, zoals afwijkingen en normaal weefsel, beter kunnen zien. Deze contrastvloeistof is zeer veilig. U merkt er dan ook weinig van.

Mogelijke bijwerkingen
Een enkele keer zorgt de contrastvloeistof voor een bijwerking. U kunt het bijvoorbeeld warm krijgen, een metaalsmaak in uw mond krijgen of misselijk worden. Na een paar minuten zijn deze bijwerkingen weer verdwenen.

Overgevoeligheid
Als u eerder overgevoelig heeft gereageerd op MRI-contrastvloeistof op gadoliniumbasis, moet u dit bespreken met uw behandelend arts. Het is belangrijk dat u dit voorafgaand aan het onderzoek ook vertelt aan de laborant of de radioloog. Ook wanneer u een nierfunctiestoornis heeft, medicatie gebruikt of allergisch bent voor bepaalde stoffen, bespreekt u het best met uw behandelend arts of we bij u veilig MRI-contrastvloeistof kunnen toedienen.

Vrouwen

Zwangerschap
Hoewel er geen schadelijke effecten van MRI bekend zijn, doen wij het onderzoek meestal niet als u zwanger bent. Als u zwanger bent, of denkt zwanger te zijn, kunt u het best contact opnemen met uw behandelend arts. Ook begeleiders die zwanger zijn raden wij af om tijdens het scannen in de MRI-onderzoeksruimte te verblijven.

Borstvoeding
Maar een heel klein deel van het MRI-contrastmiddel komt in de moedermelk terecht. Daarnaast kunnen de maag en darmen van het kindje het contrastmiddel niet goed opnemen. Uw kindje krijgt het contrastmiddel dus niet binnen via borstvoeding. U mag na het onderzoek gewoon borstvoeding blijven geven.

Verloop van het onderzoek

Voor het onderzoek
Het is verstandig om voor het onderzoek plaatsvindt nog even naar het toilet te gaan.

Let op: laat alles van metaal en magnetische voorwerpen in het kleedhokje achter als u de MRI-kamer in gaat.

Het onderzoek
Tijdens het onderzoek bent u alleen in de MRI-kamer. Op deze manier ontstaan er zo min mogelijk storingen in het magneetveld. De artsen en laboranten zien u door een raam.

• Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug.
• Als we de foto's maken, hoort u kloppende of ratelende geluiden (vergelijkbaar met bijvoorbeeld een boormachine).
• U krijgt oordoppen om het geluid te dempen en een noodbel om contact met de laborant te maken.
• Voor het onderzoek krijgt u ECG-stickers op uw borst geplakt om uw hartslag te meten. Ook krijgt u een ademhalingsband om uw buik om uw ademhaling te meten.
• We leggen de MRI-spoel op uw borstkas en maken hem vast.
• We sluiten de MRI-contrastvloeistof aan op uw infuus
• Hierna schuiven we de tafel in de MRI-tunnel.
• Het deel van uw lichaam dat gescand moet worden (uw borstkas), ligt in het midden van de tunnel.
• U blijft zo stil mogelijk liggen, want als u beweegt stoort dit de opname.
• Om bewogen foto’s te voorkomen moet u tijdens het maken van de foto's uw adem inhouden. Dit duurt maximaal 20 seconden per opname. Er worden achter elkaar foto’s gemaakt.
• We werken snel om zo goed mogelijk gebruik te maken van de contrastvloeistof.

Het onderzoek duurt in totaal 1 uur.

Zodra het onderzoek klaar is, verwijderen we het infuus. U kunt na het onderzoek uw dagelijkse bezigheden hervatten.

De mogelijke bijwerkingen van de MRI-contrastvloeistof staan hierboven genoemd onder het kopje MRI-contrastvloeistof. Wij verwachten niet dat u hiervan eenmaal thuis nog last heeft. Mocht u thuis toch last hebben van een bijwerking of andere complicatie, neemt u dan contact op met uw huisarts.

De radioloog bestudeert de foto’s en vergelijkt ze met eventuele vorige onderzoeken. Uw behandelend arts ontvangt hiervan een verslag en bespreekt de uitslag met u tijdens uw eerstvolgende afspraak.

Neemt u gerust contact op met de polikliniek radiologie als u nog vragen heeft.

Polikliniek radiologie (van 8.00 - 16.30 uur):
(010) 704 20 06.

Planbureau radiologie (van 8.00 - 16.30 uur):
(010) 704 02 65.