Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Haloframe

Download PDF

U heeft of krijgt binnenkort een 'haloframe' omdat u één of meerdere ontwrichtte (dislocatie) of gebroken nekwervel(s) heeft. Met het haloframe worden uw nekwervels zoveel mogelijk op hun plaats gehouden en het genezingsproces bevorderd. In deze folder vindt u meer informatie over het Haloframe, de behandeling en hoe u er mee om kunt gaan. Het spreekt voor zich dat voor iedere persoon met een haloframe de situatie anders kan zijn en soms van de algemene voorschriften moet worden afgeweken.

haloframeTekening 1

Haloframe


Het haloframe is een vest dat past op uw bovenlichaam. Door middel van stangen is het vest bevestigd aan een ring rond uw hoofd (zie tekening 1). Deze ring is met vier schedelpennen op uw hoofd bevestigd. Gemiddeld wordt dit frame drie maanden gedragen. Aan de voorkant op het vest zit een zwarte sleutel. Draag deze altijd bij u zodat het vest in noodgevallen losgemaakt kan worden.

2.1 De schedelpennen

De schedelpennen zijn met een bepaalde spanning op uw schedel geplaatst. Het is belangrijk dat deze spanning niet te laag wordt, anders kunnen een of meerdere schedelpennen gaan schuiven. Door dit schuiven kan er mogelijk infectie optreden bij de pengaten en de stabiliteit verminderen. Het is daarom belangrijk dat de spanning regelmatig door de gipsverbandmeester wordt gecontroleerd.

2.2 Het vest

Het vest met vachten dient nauwsluitend te zitten, maar mag niet knellen. Maak het vest niet zelf strakker of losser. Tijdens de controle kan de gipsverbandmeester dit eventueel voor u doen. De vachten worden niet verschoond omdat dit ten koste kan gaan van de stabiliteit. Zorg er voor dat de vachten droog blijven: natte vachten gaan ruiken, veroorzaken jeuk en huidbeschadigingen.

3 Behandelperiode


3.1 In het ziekenhuis

Vanaf het moment dat u een Haloframe heeft, proberen we u zo snel mogelijk weer op de been te krijgen. Dit is afhankelijk van uw algehele lichamelijke gesteldheid. Als u niet geopereerd bent, bent u in het algemeen sneller op de been dan wanneer u wel geopereerd bent. In principe zal binnen 48 uur nadat u het haloframe heeft gehad een gipsverband-meester bij u langskomen. Hij/ zij zal u een en ander uitleggen en de pennen controleren op spanning. Na een week worden de schedelpennen weer gecontroleerd. Gedurende de opnameperiode zullen er regelmatig röntgenfoto’s gemaakt worden om de stand van de nekwervels te controleren. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis mag u de 'papegaai' (triangel boven het bed) niet gebruiken; dit kan leiden tot teveel kracht op de schedelpennen.

3.2 Naar huis

Als alles goed gaat, kunt u meestal relatief snel naar huis. U kunt dan al wat beter uit de voeten met het haloframe en het is hopelijk al enigszins vertrouwd. Vanaf nu gaat u steeds meer zelf doen en wordt u minder afhankelijk van anderen. De verzorging van de pengaten doet vanaf nu iemand thuis, u zelf of een wijkverpleegkundige.

3.3 Controle

Na ontslag uit het ziekenhuis komt u elke een à twee weken naar de gipskamer voor controle van het frame, de schedelpennen en controle van de stand van de wervels.

4. Lichamelijke verzorging

4.1 Wassen

Het is wennen om uzelf te wassen, maar het kan wel. Als u onder de vachten wilt wassen, gebruik dan een dunne doek met alcohol; dit verdampt sneller dan water. Kijk eerst of er voldoende ruimte is tussen de huid en de vachten. Zorg er voor dat de vachten droog blijven, anders kan de huid beschadigen. Gebruik eventueel een föhn om te drogen (niet heet!). Douchen is helaas niet mogelijk.

4.2 Haren wassen


Om infectie van de pengaten te helpen voorkomen is het belangrijk dat u een à twee keer per week uw haren wast. Gebruik daarbij betadineshampoo,verkrijgbaar bij drogist of apotheek. Als u een ligbad heeft, kunt u een handdouche gebruiken en voorover buigen over de rand. Bij een wastafel buigt u ook voorover en gebruikt u een (maat)beker. Gebruik geen haarverf, haarsprays of conditioners.

4.3 Jeuk


Tegen de jeuk kunt u heel goed iets van katoen tussen de huid en het vest trekken. Zorg er wel voor dat er geen plooien in de stof zitten.

4.4 Bovenkleding

Door het dragen van het haloframe zult u bepaalde kledingstukken niet kunnen dragen.Een capuchontrui of trainingsjas met rits wordt veel gedragen. In de winter kunt u een jas dragen die 1 à 2 maten te groot is. In de zomer kan het erg warm worden onder het vest, draag er dan een aangepast T-shirt onder. Dat wil zeggen een T-shirt waarbij de naad aan de bovenkant los is gehaald van hals tot het einde van de mouw. Dit T shirt kan over het onderlichaam en onder het vest door naar boven worden geschoven en worden bevestigd met klittenband, drukknopen of een veiligheidsspeld. Vrouwen kunnen gewoon een BH dragen. Dit helpt smet- en drukplekken te voorkomen. U kunt de BH aan de voorkant onder het vest schuiven en aan de achterkant over het vest heen vastmaken.

tekening kleding
Tekening kleding

Maatvoering achterzijde is als voorzijde.
Bij de voorbeelden is uitgegaan van gebruik van klittenband. Het gebruik van ritsen, drukkers of haakjes is natuurlijk ook mogelijk.


4.5 Verzorging insteekopening (pengat)


Het schoonhouden van de pengaten is van groot belang. Maak deze dagelijks schoon met chloorhexidine in alcohol (0.5% in 70%). Tijdens de opname doen verpleegkundigen dit, maar thuis doet een wijkverpleegkundige, een huisgenoot of uzelf dit.

Het schoonmaken gaat als volgt:
Per pengat gebruikt u een wattenstokje of een gaasje, natgemaakt met de chloorhexidine in alcoholoplossing. Vervolgens draait u met het wattenstokje/gaasje rond het uiteinde van de schedelpen én tegen de hoofdhuid aan. Verwijder ook korstjes op deze manier. U hoeft geen gaasje achter te laten, tenzij het erg vochtig is.

5. Het dagelijkse leven

Wat u zoal kunt doen met een haloframe is afhankelijk van uw psychische- en lichamelijke toestand. Het is goed als u probeert uw grenzen af te tasten. Uw lichaam geeft vanzelf aan als iets teveel is. Het is belangrijk dat bij alles wat u doet uw evenwicht bewaard blijft. Let vooral op bij situaties zoals op een trap staan, de was ophangen en op hoge hakken lopen.

5.1 Sporten en werken


Sporten en zwaar werk verrichten raden wij sterk af. Til nooit te zware voorwerpen. Wanneer u last krijgt van uw nek, dan kunt u het beste even gaan rusten.

5.2 Naar buiten gaan

Wanneer u weer naar buiten gaat, moet u opnieuw leren letten op obstakels. Neem daarom in het begin iemand mee. Naarmate uw herstel vordert, is het goed uw blikveld te verruimen. Gaat u er vooral eens lekker uit.

5.3 Slapen

Uw herstel en het dragen van het Haloframe vergen veel energie van u. U kunt daarom meer slaap hebben dan gewoonlijk. Het kan geen kwaad om overdag wat te slapen, maar probeer te voorkomen dat u het dag- en nachtritme omdraait. Tips om comfortabeler te liggen:

  • Kussen(s) onder uw knieën
  • Kussen onder uw hoofd (moet ook de achterstangen ondersteunen)

5.4 Houding in bed

U mag op uw rug en buik liggen. Leg bij de buikligging een kussen of iets dergelijks onder uw voorhoofd en voorstangen, zodat de ademweg vrij blijft. U mag niet op de zij liggen, behalve kortdurend bij draaien. In bed zitten kan eigenlijk alleen bij een '3-delig'-bed waarbij zowel het middelste deel onder de knieën als de rugleuning omhoog kan.

5.5 Opstaan

Ga bij het opstaan eerst op de rand van het bed op uw zij liggen en steun op uw elleboog. Breng eerst uw benen over de rand van het bed en kom dan in deze positie overeind. Deze methode geeft, in tegenstelling tot direct van lig naar zit, minder krachten op de hoofdpennen.

5.6 Seksualiteit

U mag natuurlijk seksueel contact hebben, maar het kan enige aanpassingen vergen. Met name het harde vest en de uitstekende schedelpennen en stangen kunnen hinderlijk zijn. U kunt bijvoorbeeld op uw vest een kussen leggen. De drager van het frame kan zich het beste wat passiever opstellen.

5.7 Vervoer

Omdat u uw hoofd niet naar links en naar rechts kunt bewegen, mag u zelf niet autorijden, niet op de brommer rijden en niet fietsen. Meerijden in een auto is geen probleem. Bij het instappen gaat u eerst zitten en vervolgens draait u uw benen bij in de auto. Bij het uitstappen doet u precies het tegenovergestelde. Houd rekening met de hoogte van het frame en de daklijst van de auto. Het in niet bezwaarlijk om met het openbaar vervoer te reizen, maar kies een rustige tijd uit zodat u niet in een mensenstroom terechtkomt.

5.8 Gezondheid

Voor een zo spoedig mogelijk herstel is het goed om gezond te leven. Goede voeding is hierbij voldoende, het slikken van calcium tabletten voegt hieraan niets toe. Roken raden we af. Wetenschappelijk is bewezen dat roken een slechte invloed heeft op bot- en wondgenezing.

6. Psychische aspecten

Het dragen van een Haloframe zal u niet meevallen. Zeker wanneer u een ongeval heeft gehad, overvalt het u om dat u zich hier niet op heeft kunnen voorbereiden. Met name de eerste twee weken worden in het algemeen als (erg) moeilijk ervaren. Daarna merkt u dat u steeds mobieler wordt en meer dingen kunt ondernemen. Het accepteren van het frame vergt dan ook de nodige tijd. Als u en de mensen om u heen enigszins gewend zijn aan het frame, bent u er misschien aan toe er wat meer op uit te gaan. Uw frame valt iedere voorbijganger op en er kunnen reacties volgen. Laat u echter niet weerhouden het huis uit te gaan. Twijfels over de toekomst zijn normaal; bespreek deze tijdens de controlebezoeken met de gipsverbandmeester of uw behandelend specialist. Naarmate de tijd vordert begint hetaftellen van de dagen die u nog in het frame moet doorbrengen. U kijkt uit naar het verwijderen van het frame.

7. Risico's en complicaties


De volgende risico ’s zijn mogelijk bij het dragen van een haloframe:

  • Het kan gebeuren dat een schedelpen door de buitenste schedellaag gaat. Dit kan gepaard gaan met plaatselijke pijn. De schedelpen zal vervolgens door de binnenste schedellaag worden tegengehouden, echter de spanning van de betreffende pen is weg. Deze schedelpen moet dan vervangen worden door een pen op een andere plaats op uw hoofd.
  • Een pengat kan geïnfecteerd raken. U kunt dit merken aan roodheid, pijn en het vrijkomen van pus.
  • Verplaatsing van een of meerdere nekwervels. U kunt dan tintelingen en/of krachtsvermindering in de arm krijgen. In sommige gevallen geneest het nekwervelletsel onvoldoende. Het gaat dan om onvoldoende botgenezing of uitgebreid bandletsel bij de nekwervels. Hierdoor blijft het letsel 'instabiel'. Soms is dan een operatie nodig waarbij de wervels worden vastgezet.

8. Wanneer contact opnemen

Neem in de volgende situaties contact op met het Erasmus MC:
  • Als er bloed of pus uit een pengat komt;
  • Als u iets voelt “knappen” bij een van de schedelpennen;
  • Als u tintelingen in uw armen voelt;
  • Als u koorts heeft, pijn voelt of (toename) van slikklachten heeft;
  • Als er krachtsvermindering in uw armen of benen optreedt;
  • Als u zich, om welke reden ook, ongerust maakt.
Overdag belt u de gipskamer, telefoonnummer 010 703 34 52.
’s Avonds, ’s nachts en in het weekend kunt u het centrale nummer van het Erasmus MC bellen, telefoonnummer 010 704 0 704.
Vraagt u naar de dienstdoende assistent van de afdeling Neurochirurgie.


9. Verwijdering van het haloframe

Op basis van röntgenonderzoek besluit uw behandelend specialist wanneer het frame verwijderd wordt. Slechts een enkele keer krijgt u daarna nog een halskraag. Deze wordt voor het verwijderen van het frame bij u aangelegd. Bij het verwijderen van het frame wordt geen verdoving gebruikt, omdat dit meestal weinig tot geen pijn geeft.U komt een week later alleen nog bij de specialist voor controle.

10. Na de behandeling


Mogelijk hebt u nog wat bewegingsbeperking van uw nek. Sommige patiënten houden nog lang klachten van de nek, maar dit is lang niet altijd het geval. De klachten zijn per patiënt verschillend. U kunt last hebben van pijn, stijfheid en enige instabiliteit (door een bandletsel). Eventueel krijgt u fysiotherapie om uw spieren weer soepel en sterker te maken. De insteekopeningen van de schedelpennen laten ove r het algemeen littekens achter. Het masseren van de huid ten opzichte van de onderliggende weefsels helpt littekens beter te genezen.

11. Vragen

Als u nog vragen en/of opmerkingen heeft of zich ongerust maakt, neemt u dan contact op met de gipskamer, telefoonnummer 010 703 34 52. Deze tekst is deels gebaseerd op de folder “Haloframe” welke is uitgegeven door het UMCU in Utrecht. Tevens is er gebruik gemaakt van de folder “Your guide to wearing your halo vest” door Barbara Reid, R.N.,M.S., clinical nurse specialist neuroscience, The Toronto Hospital, Toronto Western Division met toestemming van DePuy Acromed, Amersfoort, Holland.