Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Cortisol dagritme (CDR) test

Functietest Endocrinologie

U krijgt binnenkort een cortisol dagritme (CDR) test. Voor deze test nemen we u meestal (kort) op in het ziekenhuis, op de verpleegafdeling. Uw behandelend arts of verpleegkundig specialist informeert u hier van tevoren over. Hier leest u meer informatie over de voorbereiding op de test, de test zelf en wat u na de test kunt verwachten.

Download PDF


Doel van de test

Met deze test willen we kijken of uw lichaam teveel van het bijnierschorshormoon cortisol aanmaakt. Hoeveel cortisol er in je bloed zit, wisselt gedurende de dag in een bepaald ritme. Normaal is er in de vroege ochtend een piek van cortisol in het bloed. Het cortisolgehalte daalt in de loop van de dag. Om 24.00 uur ‘s nachts is het cortisolgehalte normaal gesproken heel laag. Maakt het lichaam te veel cortisol aan? Dan is dit ritme vaak veranderd of afwezig. Om dit te onderzoeken, meten we op meerdere momenten het cortisol in uw bloed. De oorzaak voor een te hoge cortisolproductie kan zowel in de bijnieren liggen als in de hypofyse.

Voorbereiding voor de test

Nuchter
Voor de CDR-test moet u nuchter zijn. U mag vanaf 24.00 uur de avond voor de test niets meer eten en drinken. U mag ook niet meer roken. Na eerste bloedafname (om 9.00 uur) mag u weer eten en drinken.

Medicatie
Gebruikt u medicijnen (bijvoorbeeld tabletten, inhalators ofneussprays) met corticosteroïden, zoals hydrocortison en prednison? Deze mag u vanaf een bepaalde tijd vóór de test niet meer gebruiken. Hoe lang die tijd is, hoort u van uw behandelend arts of verpleegkundig specialist. Pas ná de CDR- test mag u de medicijnen weer gebruiken. Weet u niet zeker of uw medicijnen corticosteroïden bevatten? Vraag dit dan aan uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.

Gebruikt u nog andere medicijnen? Al uw medicijnen mag u in principe innemen met een slokje water, tenzij uw behandelend arts of verpleegkundig specialist anders met u heeft afgesproken.

Uitvoering van de test

Ongeveer dertig minuten voor de eerste bloedafname brengen we een infuusnaald in. Met de infuusnaald nemen we tijdens de test bloed af. Dit gebeurt op vier tijdstippen (circa 9.00 uur, 17.00 uur, 22.00 uur en 24.00 uur). Ook nemen wij op deze tijdstippen speeksel af om het cortisolgehalte te meten. Dit gebeurt met een speciale wat waar u op moet kauwen. U stopt de wat in de mond en kauwt hier één minuut op, zodat het speeksel in de wat dringt.

Tijdens de CDR-test moet u zich houden aan deze “leefregels”:
  • U blijft in bed vanaf 7.00 uur in de ochtend tot en met de laatste bloedafname. U mag alleen uit bed om naar het toilet op de kamer te gaan.
  • U mag vanaf twee uur vóór de speekselafname uw tanden niet poetsen.
  • U mag vanaf één uur vóór de speekselafname niet eten, drinken en roken.
  • U mag de afdeling niet verlaten tijdens de test.


Bijwerkingen van de test

De CDR-test heeft geen bijwerkingen. Voelt u zich ineens niet lekker? Vertel dit dan aan de verpleegkundige.

Nazorg

U kunt na de test zelfstandig naar huis.

Uitslag van de test

De uitslag van de functietest krijgt u tijdens een volgende afspraak op de polikliniek.

Afspraak verzetten

Kunt u niet naar de afspraak voor de test komen? Bel dan naar de dagbehandeling of de verpleegafdeling om de afspraak te verzetten (voor telefoonnummer zie kopje 'contact' ).

Contact

Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.00 uur op het volgende telefoonnummer:
  • Polikliniek endocrinologie (010) 704 05 70
  • Dagbehandeling (010) 703 27 55
  • Verpleegafdeling (010) 703 31 46