Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Cerclage - ondersteuning van de baarmoedermond

Een cerclage is een soort bandje dat om de baarmoedermond wordt aangebracht. De cerclage ondersteunt of vernauwt de baarmoedermond om de kans op een vroeggeboorte te verkleinen. Een cerclage brengen we altijd aan onder verdoving, een algehele narcose of een ruggenprik.

Download PDF

Twee soorten cerclages

Er zijn twee soorten cerclages, de shirodkar cerclage en de transabdominale cerclage. De arts vertelt u op de polikliniek waarom u voor een cerclage in aanmerking komt en voor welke.

Shirodkar cerclage

De shirodkar cerclage komt het meest voor. Als de baarmoedermond niet goed functioneert, wordt deze cerclage via de vagina om de baarmoedermond aangebracht. Dit gebeurt bij een zwangerschap van 12 tot 16 weken. Tot aan het begin van het tweede trimester (tot 24 weken) kan er, als dat mogelijk is, na goed overleg een secundaire (nood)cerclage worden aangebracht.

Voorbereiding


Nuchter

Het is van belang dat u voor de ingreep nuchter bent. Dit betekent dat u tot middernacht nog mag eten, en tot 2 uur voor de operatie helder vloeibaar mag drinken.

Geen sieraden
Verwijdert u voor de ingreep sieraden (ook een trouwring), make-up (inclusief nagellak op zowel vinger- als teennagels) en eventuele tong- of schaamlippiercings.

Voor de operatie

Op de dag van het plaatsen van de cerclage meldt u zich op de afgesproken tijd bij de kliniek verloskunde in het Erasmus MC Sophia, waarna we u naar uw kamer brengen.
  • De verpleegkundige komt bij u langs voor een opnamegesprek, zij neemt bloed af voor onderzoek en vertelt u wat u kunt verwachten van de opname.
  • U krijgt een tabletje om het maagzuur te verminderen en zo misselijkheid te voorkomen. Dit tabletje neemt u 1 uur voor de geplande operatietijd in met een slokje water.
  • U krijgt operatiekleding aan.
  • We meten uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • Vaak komt de arts voor de operatie nog even bij u langs.
  • De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer waar de cerclage wordt aangebracht.

Na de operatie

Bij terugkomst op de kliniek heeft u een infuus.
  • Als u niet misselijk bent, mag u langzaamaan beginnen met eten en drinken.
  • Wanneer er geen complicaties optreden en u niet misselijk bent, verwijderen we het infuus.
  • De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, pols en bloedverlies.
  • Als er geen complicaties zijn en u heeft geplast, mag u in overleg met de arts dezelfde avond naar huis. Bij problemen zoals buikpijn, bloedverlies, niet kunnen plassen, moet u wellicht een nacht blijven.
Let op: Waarschuw direct de verpleegkundige of arts bij helderrood bloedverlies of buikkramp.

Bij een zwangerschap van 36 tot 38 weken komt u naar de polikliniek om de cerclage te laten verwijderen. Als de bevalling nog niet op gang komt, gaat u weer naar huis om de bevalling af te wachten.

Transabdominale cerclage


De transabdominale cerclage komt minder vaak voor en wordt aangebracht als het plaatsen van een een shirodkar cerlage onmogelijk is, bijvoorbeeld door een beschadigde of te korte baarmoedermond. Deze cerclage wordt nog voor de zwangerschap aangebracht en niet weggehaald. Daarom vindt de bevalling plaats door middel van een keizersnede.

Voorbereiding


Nuchter

Het is van belang dat u voor de ingreep nuchter bent. Dit betekent dat u tot middernacht nog mag eten, en tot 2 uur voor de operatie helder vloeibaar mag drinken.

Geen sieraden
Verwijdert u voor de ingreep sieraden (ook een trouwring), make-up (inclusief nagellak op zowel vinger- als teennagels) en eventuele tong- of schaamlippiercings.

Voor de operatie

Op de dag van het plaatsen van de cerclage meldt u zich op de afgesproken tijd bij de kliniek verloskunde in het Erasmus MC Sophia, waarna we u naar uw kamer brengen.
  • De verpleegkundige komt bij u langs voor een opnamegesprek, zij neemt bloed af voor onderzoek en vertelt u wat u kunt verwachten van de opname.
  • U krijgt een tabletje om het maagzuur te verminderen en zo misselijkheid te voorkomen. Dit tabletje neemt u 1 uur voor de geplande operatietijd in met een slokje water.
  • U krijgt operatiekleding aan.
  • We meten uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • Vaak komt de arts voor de operatie nog even bij u langs.
  • De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer waar de cerclage wordt aangebracht.

Na de operatie

  • Na de operatie heeft u een infuus.
  • Pijnstilling krijgt u in overleg met de anesthesioloog.
  • De verpleegkundige controleert regelmatig uw temperatuur, bloeddruk, pols, de buikwond en het vaginaal bloedverlies.
  • Door de buikoperatie blijft u langer opgenomen in het ziekenhuis dan bij een Shirodkar cerclage.
Let op: Waarschuw direct de verpleegkundige of arts bij helderrood bloedverlies of buikkramp.

  • Na de ingreep moet u volledige bedrust houden (MOB 0), de verpleegkundige helpt u met uw verzorging.
  • De arts bepaalt wanneer u het bewegen mag uitbreiden.
  • U krijgt de eerste dagen na de operatie nog injecties met antistollingsmedicijn, totdat u goed kunt bewegen.
  • De wondjes worden gesloten met oplosbare hechtingen of met agraves (huidnietjes). De agraves worden op de 6e dag na de ingreep verwijderd.
  • Wanneer het mobiliseren goed gaat en er geen complicaties optreden, mag u in overleg met de arts met ontslag.

Keizersnede

Als u 36 tot 38 weken zwanger bent, komt u terug voor de bevalling door middel van een keizersnede. Meer informatie hierover staat op www.erasmusmc.nl/patientenfolders. De cerclage wordt tijdens de keizersnede niet verwijderd.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, belt u dan gerust met de polikliniek. Als u al bent opgenomen, kunt u uw vragen altijd stellen aan de verpleegkundige of aan de gynaecoloog.

Contact

Kliniek verloskunde: (010) 703 68 58
Verloskamers: (010) 703 62 34 of (010) 703 68 57
Kraamafdeling: (010) 703 65 93
Geboortecentrum Erasmus MC Sophia: (010) 282 63 33, www.geboortecentrumsophia.nl
Erasmus MC, polikliniek verloskunde en vrouwenziekten: (010) 704 01 48
Erasmus MC Sophia: (010) 704 0 704