Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Allogene oogdruppels

Uw oogarts heeft u allogene serumoogdruppels voorgeschreven. Wij leggen u gaag uit hoe u de druppels moet gebruiken.

Download PDF

Over allogene serumoogdruppels

Wat is het doel?

U krijgt serumoogdruppels omdat u last heeft van ernstige droge ogen en/of aanhoudende schade aan het hoornvlies en de gebruikelijke behandeling bij u niet werkt. In het serum zitten onder andere groeifactoren, vitamines en eiwitten die ook aanwezig zijn in de gezonde traanfilm (het traanlaagje op uw oog met traanvocht). Deze stoffen zijn noodzakelijk voor het in stand houden van het hoornvlies. Met de oogdruppels behandelen we schade aan het hoornvlies.

Wat zit er in het serum?

De samenstelling van serumoogdruppels is menselijk serum verdund met een gelijk deel steriele fysiologische zoutoplossing (NaCl 0,9%). Serum is de vloeistof die overblijft als bloed stolt. Het serum is een heldere, lichtgele vloeistof.

Verpakking en transport

De serumoogdruppels zijn bevroren en zitten in Meise applicators die u meerdere keren kunt gebruiken. De applicator is een druppelflacon van flexibel kunststof met ongeveer 2 ml serum. Ze zijn per 30 stuks verpakt.

Vriestas
  • Wanneer u voor het eerst de oogdruppels ophaalt bij de polikliniek oogheelkunde, krijgt u een vriestas mee. Hierin kunt u de druppels vervoeren. U heeft de tas te leen, dus gebuik het niet voor iets anders en ga er zorgvuldig mee om.
  • Plaats de doosjes met de oogdruppels binnen 3,5 uur nadat u ze heeft opgehaald, in een vriezer (minimaal een *** diepvries -18°C).
  • Als de serumoogdruppels ontdooid zijn, zijn ze maximaal 24 uur houdbaar in de koelkast (2 - 8°C) of maximaal 8 uur bij kamertemperatuur. Na ontdooien mag u de oogdruppels niet opnieuw invriezen.
  • Bij een volgende afspraak neemt u de vriestas en de ingevroren (minimaal 48 uur) vrieselementen mee. Heeft u geen tas bij u, dan kunnen wij u geen oogdruppels meegeven.

Gebruik

Wisselwerking met geneesmiddelen

Gebuikt u nog andere oogdruppels en/of geneesmiddelen? Bespreek dit met uw arts.
Er is geen onderzoek gedaan naar de wisselwerking tussen geneesmiddelen en serumoogdruppels. Gebruikt u nog andere oogdruppels Wacht dan na het gebruik van deze druppels minstens 30 minuten met de serumoogdruppels. Gebruik de serumoogdruppels altijd als laatste. Hiermee voorkomen we een eventuele onbekende wisselwerking zo veel mogelijk. Daarnaast zorgt het ervoor dat u de serumoogdruppels niet uit uw ogen spoelt met de andere oogdruppels.

Hoe vaak?

Hoe vaak u de serumoogdruppels moet gebruiken, hangt af van de ernst van uw oogklachten en de onderliggende aandoening. Uw behandelend oogarts vertelt u hoe vaak en hoe lang u de druppels moet gebruiken. Draagt u contactlenzen? Overleg dan vooraf met de arts wanneer u uw contactlenzen weer mag indoen na het druppelen van uw ogen.

Voorbereiding

Haal een dag van tevoren 1 dagvoorraad (1 applicator) uit de vriezer en leg deze in de koelkast (2 - 8°C).

Stap voor stap

  • Haal de applicator 10 minuten voor gebruik uit de koelkast en laat deze op kamertemperatuur komen.
  • Was uw handen.
  • Als u contactlenzen draagt: verwijder de lenzen en was opnieuw uw handen.
  • Open de applicator boven een werkblad (bijvoorbeeld een tafel) met de schroefdop naar boven.
  • Schroef de dop eraf. Gebruik hierbij de groene opener (in de doos met applicators). Knijp niet in de applicator en raak de schroefdraad van de applicator niet met uw vingers aan.
  • Controleer of de vloeistof helder is.
  • Buig uw hoofd achterover.
  • Trek met een vinger het onderste ooglid wat naar beneden en kijk omhoog. Op die manier ontstaat er een gootje tussen het onderste ooglid en het oog.
  • Laat 1 druppel in het gootje vallen door zacht in de applicator te knijpen. Zorg dat de applicator uw oog niet raakt.
  • Doe uw oog langzaam dicht zonder te knijpen.
  • Herhaal bovenstaande voor uw andere oog.
  • Sluit de applicator af met de schroefdop.
  • Plaats de applicator terug in de koelkast (2 - 8°C), voor maximaal 24 uur.
  • Was uw handen.

Houdbaarheid

  • De serumoogdruppels zijn 6 maanden houdbaar in de ongeopende applicator in een diepvries met een temperatuur lager dan -18°C.
  • Na ontdooien van 1 dagvoorraad (1 applicator) is deze nog maximaal 24 uur houdbaar in de koelkast (2-8°C) of maximaal 8 uur bij kamertemperatuur.
  • Gooi een eenmaal geopende applicator na 24 uur weg, ook wanneer deze niet leeg is.
  • Bewaar de applicators in de gesloten doos om de inhoud te beschermen tegen licht.
  • Ongebruikte producten en afvalmaterialen (applicator) kunt u bij het huishoudelijk afval doen (of bij het plastic afval).
  • Het serum moet altijd bevroren blijven tot een dag voor gebruik (ook tijdens transport).

Regels voor het gebruik en ontdooien/bewaren

  • Ontdooi de applicator niet in water of onder de kraan of in de magnetron.
  • Vries ontdooide oogdruppels niet opnieuw in.
  • Gebruik de serumoogdruppels niet als de applicator beschadigd is.
  • Gebruik de druppels niet als de vloeistof in de applicator troebel is.

Bijwerkingen

  • Contra-indicatie: overgevoeligheid voor het serum.
  • Irritatie van het oog en tijdelijk wazig zien.
  • In zeldzame gevallen: eiwitaanslag op het oogoppervlak.
  • Over het gebruik tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding zijn onvoldoende gegevens bekend.
  • De serumoogdruppels worden gemaakt uit serum van bloeddonors. Het is daarmee een bloedproduct, waardoor bepaalde bijwerkingen zoals we die zien na een transfusie van bloedproducten, ook kunnen ontstaan bij het gebruik van de serumoogdruppels. Zoals allergische reacties en koorts. Omdat het bij deze serumoogdruppels om een zeer kleine hoeveelheid gaat, gaan we ervan uit dat de kans daarop uitermate klein is.
  • De leverancier van de serumoogdruppels test het product op bloedoverdraagbare aandoeningen. Maar bij het gebruik van medische producten op basis van menselijk bloed kan een mogelijke overdracht van ziekteverwekkers nooit helemaal uitgesloten worden (zie hiervoor ook onder ‘Beperking van het risico op bloedoverdraagbare aandoeningen’).

Wanneer contact opnemen?


  • Als u last heeft van oogirritatie (lokale overgevoeligheidsreactie).
  • Bij eiwitaanslag op uw oog (hierbij kan het nodig zijn om in overleg met de arts tijdelijk te stoppen met het druppelen van uw ogen).
  • Als de klachten toenemen.

Beperking van het risico op bloedoverdraagbare aandoeningen

  • Donor: het serum wordt bereid uit menselijk bloed van vrijwillige en onbetaalde donors. Dit gebeurt met volbloedafname (volbloed is donorbloed waaraan antistollingsmiddel is toegevoegd). Het bloed wordt opgevangen in een afnamezak zonder antistollingsmiddel. De serumoogdruppels zijn bereid uit een pool vers bevroren serum dat steriel gefiltreerd is om eventuele bacteriële besmetting te verwijderen.
  • Bloedoverdraagbare aandoeningen: de donor wordt getest op de aanwezigheid van antistoffen tegen:
    • Hepatitis B virus (HBV)
    • Hepatitis C virus (HCV)
    • Humaan immunodeficiëntie virus type 1 en 2 (HIV 1 en 2)
    • Syphilis (Treponema pallidum)
    • Humaan T-cel leukemie virus type 1 en 2 (HTLV-1 en HTLV-2) (enkel getest bij eerste donatie van een donor)
    • Ook worden de serumdonaties getest op aanwezigheid van viraal DNA of RNA van:
      • Hepatitis B virus (HBV)
      • Hepatitis C virus (HCV)
      • Hepatitis E virus (HEV)
      • Humaan immunodeficiëntie virus type 1 en 2 (HIV 1 en 2)
      • Humaan herpes simplex virus type 1 en 2 (HSV 1 en 2)
      • Cytomegalovirus (CMV)
      • Varicella zoster virus (VZV)
  • Alleen serumdonaties zonder aanwijzingen voor bovenstaande infectieziekten worden gebruikt voor de serumoogdruppels.
  • Serumdonaties worden minstens 4 maanden in quarantaine geplaatst. Ze worden pas vrijgegeven als de donors na die periode opnieuw negatief testen voor HBV, HCV, HEV en HIV. Dit verkleint de kans op een besmetting door een donatie in een periode (zogenaamde windowperiode) waarin een infectie nog niet te zien is.
  • Serumoogdruppels zijn 'B19-getest'. Dit betekent dat er alleen serum wordt gebruikt van donoren waarvan het bloed 2 keer (met minimaal 6 maanden tussen de bloedafnames) is getest op beschermende IgG-antistoffen tegen Parvovirus B19. De aanwezigheid van deze antistoffen is gunstig. Als ze bij beide testen aanwezig zijn, dan betekent dit dat het bloed vrijwel zeker vrij is van actief Parvovirus B19. En daarmee het risico om dit virus over te dragen minimaal is tot uitgesloten.
  • Bij elk bloedproduct is het mogelijk om (zeldzame) infecties of virusvarianten over te dragen waar niet op is getest.
  • Bacteriële besmetting is minimaal tot uitgesloten. Dit komt omdat na de steriele filtratie, het proces van het bewerken tot het verpakken in een gesloten systeem plaatsvindt.
  • Personen die risico hebben gelopen op een prionziekte of deze hebben gehad, mogen geen serum doneren. Toch kan de aanwezigheid van prionen in gedoneerd serum niet helemaal worden uitgesloten en bestaat er een onbekend risico op overdracht.

Bronvermelding: de inhoud van deze folder is samengesteld op basis van de bijsluitertekst van Sanquin PR00.009.BS.BB | Versie 1.0 | 11 januari 2019