Voorbereiding
Binnen 2 weken na het begin van de menstruatie
De arts doet dit onderzoek bij voorkeur binnen 2 weken na het begin van de menstruatie. Als u de pil gebruikt of gesteriliseerd bent, kan het onderzoek op ieder tijdstip plaatsvinden.
Eileideronsteking
Na een pas genezen eileiderontsteking is het verstandiger enige maanden te wachten met dit onderzoek.
Bent u (mogelijk) zwanger?
Het onderzoek kan niet doorgaan als u (mogelijk) zwanger bent.
Over het onderzoek
Waarom dit onderzoek?
De belangrijkste reden voor een waterecho is een verdenking op of een afwijking in de baarmoederholte. Bijvoorbeeld:
Met het onderzoek kunnen we de binnenkant van de baarmoeder zichtbaar maken door water in de baarmoederholte te brengen. Op een echo is water zwart, weefsel in en rond de baarmoederholte grijs. Hierdoor kunnen we zien of er afwijkingen zijn.
Na de echo brengt de arts een speculum (spreider) in de vagina (schede) en maakt de baarmoedermond schoon. Na het ontsmetten krijgt u een dunne katheter door de baarmoederhals in de baarmoederholte ingebracht. De arts haalt het speculum weg en maakt (opnieuw) een vaginale echo, terwijl u daarna via de katheter steriel water in de baarmoeder gespoten krijgt. De arts kan dan op de monitor zien hoe de baarmoederholte zich met water vult.
Het onderzoek is meestal niet erg pijnlijk. Sommige vrouwen vinden het inbrengen van de katheter gevoelig. Het inspuiten van het water veroorzaakt soms een lichte menstruatieachtige pijn. Tijdens het onderzoek loopt soms water langs de katheter uit de vagina weg.
De belangrijkste reden voor een waterecho is een verdenking op of een afwijking in de baarmoederholte. Bijvoorbeeld:
- Afwijkingen in de baarmoederholte, zoals myomen (vleesbomen) of poliepen. Deze veroorzaken soms afwijkend bloedverlies zoals hevige menstruaties of tussentijds bloedverlies.
- Bloedverlies na de overgang.
- Vormafwijkingen van de baarmoeder als oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen, vroeggeboorte of herhaalde miskramen.
Met het onderzoek kunnen we de binnenkant van de baarmoeder zichtbaar maken door water in de baarmoederholte te brengen. Op een echo is water zwart, weefsel in en rond de baarmoederholte grijs. Hierdoor kunnen we zien of er afwijkingen zijn.
Verloop van het onderzoek
Tijdens een waterecho ligt u op een gynaecologische stoel met uw benen in beensteunen. Er is een verpleegkundige aanwezig om de arts te assisteren. De arts maakt soms vooraf aan het onderzoek een vaginale echo om de stand van de baarmoeder te bepalen.Na de echo brengt de arts een speculum (spreider) in de vagina (schede) en maakt de baarmoedermond schoon. Na het ontsmetten krijgt u een dunne katheter door de baarmoederhals in de baarmoederholte ingebracht. De arts haalt het speculum weg en maakt (opnieuw) een vaginale echo, terwijl u daarna via de katheter steriel water in de baarmoeder gespoten krijgt. De arts kan dan op de monitor zien hoe de baarmoederholte zich met water vult.
Het onderzoek is meestal niet erg pijnlijk. Sommige vrouwen vinden het inbrengen van de katheter gevoelig. Het inspuiten van het water veroorzaakt soms een lichte menstruatieachtige pijn. Tijdens het onderzoek loopt soms water langs de katheter uit de vagina weg.
Bijwerkingen en complicaties
Soms lukt het onderzoek niet omdat het moeilijk is om de katheter in de baarmoedermond te brengen. Dit komt wel eens voor bij vrouwen die geen kinderen hebben gekregen of bij vrouwen die een ingreep of operatie aan de baarmoedermond hebben gehad, zoals bevriezing, laserbehandeling of (lis)conisatie. De arts kan dan proberen de baarmoedermond voorzichtig op te rekken.
Het kan ook voorkomen (bij een te wijde opening van de baarmoedermond) dat het water te snel uit de baarmoederholte wegloopt, waardoor deze zich onvoldoende vult.
Het kan ook voorkomen (bij een te wijde opening van de baarmoedermond) dat het water te snel uit de baarmoederholte wegloopt, waardoor deze zich onvoldoende vult.
Na het onderzoek
U kunt na het onderzoek water verliezen, dit is soms een beetje bloederig. Wij adviseren u daarom maandverband te dragen.
Uitslag
De arts bespreekt de uitslag met u en welke onderzoeken of behandelingen eventueel volgen. Als het onderzoek niet mogelijk is of onvoldoende informatie oplevert, kan een kijkoperatie in de baarmoeder (hysteroscopie) nodig zijn. De arts informeert u hierover.Nog vragen?
Heeft u nog vragen over het onderzoek, stelt u deze dan gerust aan uw behandelend arts. Voor overige vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek.
Contact
Polikliniek gynaecologie, (010) 704 01 46.
